Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 11 maart 2015

Drank, lust en dood

De laatste roman van Stig Dagerman is voor het eerst in het Nederlands vertaald. Bruiloftslied leest als het magnifiek testament van een schrijver die met een verhoogde alertheid leefde en onze kleinmenselijkheid als geen ander doorgrondde. 

De Zweed Stig Dagerman (1923-1954) wordt vaak in één adem vernoemd met William Faulkner, Franz Kafka en Albert Camus. In zijn laatste roman Bruiloftslied (1949) treedt zijn zeldzaam talent en zijn fragiliteit als mens naar voren. 
Het verhaal speelt zich af in een geïsoleerde agrarische gemeenschap in Zweden, op de dag van de bruiloft van de boerendochter Hildur. Jaloezie, nijd en verdriet hebben in het dorpje wortel geschoten, en het feest dat op til staat doet de emoties van de bewoners hoog oplaaien. Hoewel Hildurs aanstaande een van de rijkste dorpelingen is, is het meisje niet bijster gelukkig met haar huwelijk. Haar bruidegom is de veel oudere slager Westlund, een onbehouwen vent die zijn handen niet van de vrouwen kan afhouden. Hildur vreest hem en is verliefd op een ander. 
Tijdens het etmaal dat Dagerman beschrijft vloeit de drank, worden lusten botgevierd en loert de dood meermaals om de hoek. Dankzij het meervoudig perspectief dat hij handhaaft krijgen we een panoramisch beeld van de feestgangers en van wat tussen hen broeit. 
Met humor en mededogen legt Dagerman hun zwakten bloot: Ville die in de naburige boerderij woont en zich met dynamiet de dood in wil jagen, wat mislukt omdat hij op de laatste knip ontroerd wordt door de schoonheid van een spinnenweb; de stadse Mary die zich verveelt in haar huwelijk en kickt op alles wat haar leefwereld vreemd is; de landloper Ivar die ooit iemand heeft overreden en sindsdien wordt geteisterd door doodsgedachten, die hij bezweert door zijn zelfhaat “in iemand anders te slingeren”; de lompe Westlund, die al vroeg op de dag met zijn zakenrivaal aan het boemelen gaat. 

Blije koe 

Stilistisch is deze roman een tour de force. De snelle perspectiefwisselingen, de veelvuldige en bijzondere beeldspraak en de hier en daar ouderwetse zinswendingen vragen aanvankelijk een inspanning, maar eens de vertelwijze je vertrouwd is, kun je enkel buigen voor Dagermans virtuositeit. Hij schrijft poëtisch, in een haast dronken makend ritme, en gebruikt een beeldspraak die rechtstreeks naar de ziel gaat. 
Als de vertelwijze je eenmaal vertrouwd is, kun je enkel buigen voor de virtuositeit van Dagerman
Zijn wankele geestesgesteldheid schemert op veel plekken door de roman heen, bijvoorbeeld in de raad die Hildur haar vader verschaft als deze treurt om zijn lievelingskoe, die geen melk meer gaf en buiten zijn weten om is geslacht. Ze bezweert hem dat de koe blij naar de slachtbank ging: “‘Papa,’ zegt ze met de moed der vertwijfeling, ‘ik denk dat het zo zit. Dat je neemt wat je hebt. Je moet nemen wat je hebt en je moet er blij mee zin. Heb je geen leven, dan moet je de dood nemen.’” 
Dat deed Dagerman ten slotte zelf. De schrijver kampte met schizofrenie en depressies en vergaste zich in het najaar van 1954 in zijn garage. 

Bruiloftslied, Stig Dagerman. Vertaling: David Grävling. Koppernik, 245 p.
Deze recensie verscheen op 25 februari in De Morgen.

Geen opmerkingen: