'Natuurlijk,' zei ik met één oog op het boek op mijn schoot, Super-Cannes van James Graham Ballard. Het verhaal speelt zich af in de residentiële heuvels boven Cannes, waar achter hoge, perfect geschoren hagen excentrieke eigendommen liggen, allemaal met een bijzonder verhaal.
'Waar heb je het geleerd?' vroeg de vrouw.
'Op school. Jij niet?'
'Op school?' Ze haalde haar schouders op. 'Ik ga het wel leren. Als ik een zwembad heb. Mijn man installeert zwembaden. Waar kom je vandaan?
'Uit België,' antwoordde ik. Ik probeerde me haar in te beelden zonder sluier. Ze leek hooguit twintig, maar ze had al drie kinderen.
'Regent het daar veel?' vroeg ze.
'Wel meer dan hier,' zei ik.
'Ken je het feuilleton op TF1 met die vier vrouwen? Dat was in België gefilmd. Maar ze toonden het pas rond middernacht. Ik bleef op om te kijken. België ziet er zo'n mooie plaats uit.'
Ik legde Super-Cannes omgekeerd op mijn schoot. Paul Sinclair en zijn jonge vrouw Jane moesten maar even wachten. Ze hadden me nochtans in hun greep. Van bij hun intrede in Cannes was ik gebeten, misschien ook omdat hun aankomst in die antieke Jaguar van hen Scott Fitzgeraldesk aandeed.
Sinclair komt naar Cannes omdat Jane in het luxueuze activiteitenpark Eden-Olympia een baan krijgt als pediater . Zij neemt de functie over van David Greenwood, een bevriende arts die een slachtpartij heeft aangericht waarna hij zelfmoord heeft gepleegd.
Paul en Jane belanden in een enclave van hoogopgeleide mensen. Op het eerste zicht lijkt alles perfect: de villa met zwembad die ze krijgen, de aangelegde tuinen rondom, de stilte, de discretie. Er zijn restaurants, winkels en sportfaciliteiten. De bewoners van Eden-Olympia genieten weinig van de weelde. Alles draait om productie en arbeid. Ze werken zes dagen per week, twaalf uur per dag.
Sinclair is een uitzondering. Hij herstelt van een knieblessure en heeft tijd. Terwijl hij navraag doet naar het Greenwood-drama, ontdekt hij de andere zijde van Eden-Olympia. Achter de perfecte, articifiële façade van het activiteitenpark schuilt een wereld van perversie. Gaandeweg komt Sinclair de ware toedracht te weten van het Greenwood-drama.
Tot waar kan überkapitalisme leiden? Welke perverse effecten ontstaan in een wereld waar alle aandacht gaat naar arbeid en productie? Deze vragen laat J. G. Ballard op de lezer los. Super-Cannes is een fijn geschreven, erg interessante roman noir.
Maar goed, de vrouw met de sluier was ook interessant. Zij kwam uit Tunesië. Ze vertelde dat haar land een boom meemaakte nu de president af is, dat het vroeger onmogelijk was iets te ondernemen omdat alles in staatshanden was. Ik vroeg of ze graag terug wilde, maar dat wist ze niet zeker. Kende ze hier veel Tunesiërs?
'Te veel,' zuchtte ze. 'Roddelen en kwaadspreken, dat doen ze graag. En geen van die vrouwen begrijpt dat ik met mijn kinderen naar het zwembad wil.'
Haar man, zo bleek, kwam uit hetzelfde dorp. Dat was geen toeval, legde ze uit. 'Alle meisjes van Sael moeten trouwen met iemand van Sael. Het is een stomme traditie!'
Ik wilde vragen of haar man haar beviel, maar ze begon zelf weer te praten, nu over haar sluier. Ze droeg hem pas sinds kort.
Verplichtte haar man haar misschien?
Ze schudde heftig het hoofd. 'Ik moei me niet met zijn leven en hij niet met dat van mij!'
De kinderen trokken aan haar armen.
'Maar je kan dus zwemmen,' zei ze. 'Mag ik vragen, wil je mijn zoontjes meenemen in het diep bad?'
Dat heb ik toen gedaan.
Super-Cannes, Fayard, 426 p.
1 opmerking:
Blij dat je er terug bent, Annick. Met dit stukje maak je weer fijne observatiies, zowel over boeken als over mensen. Hopelijk heb je in de loop van de zomermaanden veel inspiratie en lectuur kunnen opslaan!
Een reactie posten