Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 12 september 2011

St-Tropez



Als een colonne insecten kropen de voertuigen over de baan tussen Ste-Maxime en St-Tropez. Terwijl de stoet stapvoets vorderde, hing ik uit het autoraam. Ik keek naar het blauw van de zee en had een gedachte voor al die mensen in het noorden waar het nu al grijs en herfstig is.
Op zo'n miezerige middag, mijmerde ik, is in een boek duiken nog het beste idee. Dan is De engelenclub van Luis Fernando Verissimo perfect van formaat. Honderdtwaalf bladzijden. Een handvol regenuren.

De engelenclub is het verhaal van een groep Braziliaanse gastronomen die sinds tweeëntwintig jaar één keer per maand samenkomen om van een bijzonder diner te genieten. Naar gewoonte vinden de maaltijden telkens plaats bij een van de leden thuis die de ontvangst en het koken op zich neemt.

Sinds de dood van Ramos, een van de vrienden, verwatert de traditie. Vooral Daniel betreurt dat. Hij ziet de kans de etentjes nieuw leven in te blazen wanneer hij Lucidio ontmoet, een mysterieuze man die interesse toont voor gastronomie en voorstelt voor de groep te koken.

Zo gebeurt het. Lucidio bereidt de maaltijden bij Daniel thuis, steeds uit naam van een ander lid van de vriendengroep wiens lievelingsgerecht hij klaarmaakt. Lucidio's keuken overtreft alles. De vrienden hebben nooit eerder zo goed gegeten.
Tijdens de maaltijden vertoont de kok zich niet. Lucidio blijft in de keuken die verboden terrein is voor de leden. Alleen op het eind, als iedereen verzadigd is, komt hij buiten om de gastheer een extra portie voor te stellen van zijn lievelingsgerecht. Hoewel deze dan al van elke gang meerdere porties genomen heeft en net als de anderen oververzadigd is, slaat hij het aanbod nooit af.
De gulzigheid van de mannen is zo groot dat ze er zelfs het risico op sterven bij nemen. Want na Lucidio's etentjes valt altijd een dode: de gastheer.

Wat is de sleutel van het mysterie? Het is fijn om dit op een regendag te ontdekken, in de hoop dat de bui is overgewaaid als de roman uit is. Dit dacht ik toen ik de auto in de Vieux Port parkeerde. St-Tropez bleek niets veranderd sinds mijn vorig bezoek, jaren geleden. De glimmende yachts in de haven, de schildersezels op de kades, de drommen toeristen, de volle terrasjes, het geklik van fototoestellen, alles was intact.
St-Tropez, concludeerde ik, is een van die zekerheden in het leven. Houd dit in gedachten als de regen aanhoudt en literatuur geen troost meer biedt. De zomer is hier niet voorbij.

De engelenclub, Athenaeum-Polak & van Gennep, 112 p.


Geen opmerkingen: