zondag 24 juli 2011
Perceptie
De deuren sloegen en ergens buiten hoorde ik geklop. Liep daar iemand in de tuin of verbeeldde ik me dat?
Dat krijg je, dacht ik, als je voor het slapengaan een detective leest. Ik was halverwege Super-Cannes van J.G. Ballard. Die roman staat al jaren in de kast. Deze week kreeg ik er plots zin in en dat ligt aan een ander boek, De boekhandelaar en de detective van Ramiro Pinilla.
De Baskische auteur Ramiro Pinilla (°1923) schrijft al bijna zeventig jaar en heeft verscheidene literaire prijzen gekregen. Zijn laatste roman De boekhandelaar en de detective speelt in het Spanje van 1945 en is een detectiveroman maar ook ietsje meer.
Het hoofdpersonage, boekhandelaar Sancho Bordaberri, vereert Hammet en Chandler, de meesters van de misdaadroman. Hij probeert al jaren hun stijl na te bootsen, maar nu zijn zoveelste moordverhaal weer eens is afgewezen wil hij het schrijven de rug toekeren.
Hij staat op het strand om zijn manuscript in zee te gooien wanneer hij een ingeving krijgt. Als hij nu eens ophield met ingewikkelde plots te bedenken en inspiratie putte uit de realiteit? Op het strand ligt een verhaal voor het rapen. Tien jaar geleden werden de tweelingbroers Altube hier aan een rots geketend zodat ze bij vloed zouden verdrinken. Een van hen stierf, de ander redde het. Omdat de burgeroorlog daarna uitbrak werd de zaak nooit opgelost. Voor het heil van zijn roman besluit Bordaberri zelf op onderzoek uit te gaan.
Met zin voor ironie beschrijft Ramiro Pinilla hoe de boekhandelaar in de huid van de helden van Hammet en Chandler kruipt. De boekhandelaar en de detective bevat alle ingrediënten van een spannende misdaadroman, maar leunt ook aan tegen de parodie, en die combinatie is fijn.
Ik kreeg zin om het genre beter te leren kennen.
Omdat Chandler en Hammett in mijn bibiotheek ontbreken, had ik Super-Cannes uit de rekken genomen.
Terwijl ik in mijn bed naar de vreemde geluiden buiten luisterde, dacht ik eraan hoe dit genre boeken de perceptie vervormt, hoe een alledaags lawaai zoals het gieren van de wind door de bomen nu plots iets sinisters krijgt.
Ik kroop dieper onder de lakens en niet veel later moet ik in slaap gevallen zijn.
Om half zeven wekte P. me. Hij nam me mee naar de tuin. Het luik van het kippenhok stond open en er lagen witte veertjes op het gras. In het stro lagen Picasso en Adam, dood.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten