pas·ti·che [pastiesj(e)] de; m -s werkstuk in nabootsende stijl
Ik zat in de auto met geheven handen, mijn palmen licht naar buiten gedraaid, en telde dertig seconden af. Toen deed ik het portier open en liep naar buiten. Ik had het tientallen keren gedaan, maar toen was het anders geweest. Het beton, de stoepstenen, de platanen, alles ruiste nu van betekenis. Ik stak twee lege parkeerplaatsen over. Ze waren afgelijnd door helderwitte strepen. Mijn schoenzolen drukten er bruine bolletjespatronen in, die in intensiteit afnamen naarmate de afstand tot de auto vergrootte. Bij de parkeermeter haalde ik een muntstuk van vijftig eurocentimes uit mijn jaszak. Ik liet het in de gleuf vallen en duwde op de groene knop. De machine ratelde en spuwde een ticket uit: 7u40-8u00. Ik keerde terug naar de auto, legde het ticket onder de voorruit en sloot het portier.
Aan de overkant van de Place du Clos was een politieagent aan het praten met een bejaarde dame. Hij stond op de eerste trede van de trap naar het trottoir, met de rug naar me toegedraaid. Ik zette mijn rechtervoet op het plein. Het grind kraakte zacht, net zoals het hoorde. Ik liep in de richting van de trap. Toen ik halverwege het plein was, klonk het geluid van een motor. Een gele bestelwagen met het logo van La Poste verscheen om de hoek. De bestuurder draaide zijn raam omlaag en stak zijn hand naar me op. Daarna parkeerde hij voor het postkantoor. Ik kwam nu bij de agent. Hij had het gesprek met de dame beëindigd. Zij stiefelde in de richting van de bakkerij. Daar legde ze haar hand op de deurklink.
'Bonjour,' zei ik aan de agent.
Hij draaide zich om, kantelde zijn hoofd en lachte. 'Bonjour! Vous allez bien?'
'Très bien,' zei ik.
Met gedecideerde pas liep ik de trap op. Op het trottoir sloeg ik rechtsaf. Het terras van de Bar des Boulistes was onbezet. Op het dichtstbijzijnde tafeltje stonden twee lege koffiekopjes. Daarnaast lag wat geld. Ik pakte het. De munten waren niet koud en niet warm, maar net goed. Terwijl ik ze in mijn jaszak liet glijden, keek ik achterom. De politieagent glimlachte nog altijd. Ik stak mijn tong uit. Hij kantelde zijn hoofd verder opzij. Het stond bijna loodrecht op zijn lichaam. Hij deed het goed. Heel goed zelfs.
Bij de fontein stak ik de straat over. Toen ik aan de overkant kwam, ging de deur van de krantenwinkel open. Een lied van Bénabar waaide de straat op. De krantenboer volgde. Met gebogen rug duwde hij een rek tijdschriften en kranten voor zich uit.
'Bonjour,' zei ik.
Hij draaide zijn hoofd naar me, knikte en maakte een hoofdbeweging naar zijn winkel. 'Votre Monde est arrivé,' zei hij. Het klonk als een zucht, precies zoals we afgesproken hadden. Ik voelde me licht, gewichtloos bijna, alsof ik mijn eerste passen zette op een nieuwe planeet. Ik liep de winkel binnen, haalde de lauwwarme munten uit mijn zak, legde ze op de toonbank en nam een krant. Mijn bewegingen waren vloeiend, in perfecte harmonie met de omgeving. Daarna maakte ik rechtsomkeert. Ik passeerde de krantenman en de fontein. Het gevoel nam af toen ik op het plein kwam. Ik draaide me om. De agent, de krantenboer, de postbode en de oude dame stonden nog op hun positie.
Wie pasticheer ik?
woensdag 17 november 2010
Place du Clos, 7u40-8u00 (Annick Vandorpe)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
19 opmerkingen:
Ik waag een openingsgok: James Joyce.
De auteur die we zoeken, is een grote fan van Joyce en schrijft ook in het Engels.
Leuk stukje, het maakt me nieuwsgierig om iets van de auteur te lezen, maar ik raak niet verder... Iemand anders een idee?
Paul Auster misschien? het heeft van het obsessieve en ook van het gevoel van naderend onheil dat me aan de New York Trilogy doet denken.
Paul Auster, ik denk het ook!
Auster is een goede gok. De roman waarop dit stuk is gebaseerd wordt vergeleken met het werk van de Amerikaanse schrijver, maar wij zoeken een Britse auteur.
The curious incident of the dog... hoe heet die auteur alweer. Even googelen... Mark Haddon, en ik lees nu ook dat hij een Joyce fan is.
Het is niet Mark Haddon, maar een auteur van dezelfde generatie.
Ik herneem even en voeg een zin toe:
Mijn bewegingen waren vloeiend, in perfecte harmonie met de omgeving. Daarna maakte ik rechtsomkeert. Ik passeerde de krantenman en de fontein. Het gevoel nam af toen ik op het plein kwam. Ik draaide me om. De agent, de krantenboer, de postbode en de oude dame stonden nog op hun positie.
"Wacht!" zei ik. "We doen het opnieuw."
intrigerend... met die laatste zin - maar nu weet ik het helemaal niet meer!
Een laatste tip: deze auteur heeft al enkele romans geschreven, maar dit stuk is gebaseerd op zijn debuut dat indertijd een hype was. Met die laatste zin ("Wacht!" zei ik. "We doen het opnieuw.") geef ik veel weg. Aan jullie, nu.
Veel gezocht, maar ook geen idee. Wordt de pastiche dan voor het eerst niet opgelost?
Zoeken kan nog tot 31 december.
Na lang zoeken daagt een mogelijke kandidaat auteur: Martin Amis (Money: a suicide note) omwille van de filmische connotatie.
Moedige poging, maar ik moet je weeral teleurstellen. De auteur is een paar decennia jonger.
Cloud atlas van David Mitchell moet het zijn.
We komen dichterbij. Deze auteur wordt samen met Mitchell beschouwd als een van de meest vernieuwende auteurs in de hedendaagse Britse fictie.
Remainer van Tom McCarthy. En dit is mijn allerlaatste gok.
De doorzetter wint, het is inderdaad gebaseerd op Remainder van Tom McCarthy (vertaald als Dat wat overblijft). Bravo! En ondertussen ben je op de hoogte van de Britse hedendaagse literatuur.
Een reactie posten