Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 10 mei 2010

Japans gazon



Het wordt stilaan een traditie: mei is regenmaand aan de Côte d'Azur. We hebben de wollen truien opgedist, de haard brandt weer en de wintervirussen zijn terug. Maar toen ik zaterdagmorgen de luiken opengooide, scheen de zon. Er waren alleen een paar wolken aan de randen van de hemel, meer als decoratie. Het was een goede dag om Japans gazon te zaaien.

In de garage vond ik een rakel, hark, spade, pikhouweel, eg, schoffel en drie boomzagen. De eg, rakel en spade nam ik ook in miniversie. De zonen hadden hun laarzen al aan en liepen bij wijze van opwarming om het hardst rond de terrastafel. Ik deelde het gereedschap uit en wilde nog instructies geven, maar de kinderen waren al in de uithoeken van de tuin verdwenen.
Ik haalde de kruiwagen, keerde terug naar de garage om tuinhandschoenen te zoeken, zette daarna een kruik water op de terrastafel, dronk een glas, stapte in mijn laarzen en dan was ik er klaar voor.

Toen ik in het tuincentrum de doos Gazon Japonais had gezien, had ik een visioen gekregen van een weide met hoog gras en veldbloemen in alle kleuren. Nu was het perk overwoekerd door hard gras, paardenbloemen en vreemdsoortig onkruid. De struiken die ik vorig jaar had geplant, waren bijna niet meer zichtbaar. Mijn eerste programmapunt was wieden, daarna spitten, dan zaaien. En dan hadden we binnen een week al de aanzet van een Japans gazon.

Toen ik begon te schoffelen, viel de eerste druppel.
Ik vulde twee kruiwagens met onkruid en een emmer met stenen en toen was de helft van het perk gewied. Het goot nu. Terwijl ik inhakte op de zware, kleverige aarde, hoorde ik de kinderen lachen. Toen ze even binnen een appel waren gaan halen, hadden ze hun tuinplannen vergeten. Met armen vol boeken waren ze door de regen naar de tent gerend.

Ik wilde echt verder werken, maar de regen roffelde aan een steeds sneller ritme op mijn hoofd. Als ik niet ophield, zou het altijd harder gaan regenen. Wilde ik misschien dat de tuin onderliep en de garagevloer zoals vorig jaar doornat was?
Ik ging naar binnen en zette de doos Gazon Japonais naast me op de sofa. Op mijn schrijftafel lagen al weken te wachten: De liefhebber (Hester Carvalho), Het eiland onder de zee (Isabel Allende), De openbaring van Roderer (Guillermo Martinez), De rode maan (Luis Leante), maar ook Vissen redden (Annelies Verbeke) en Vingt-quatre heures dans la vie d'une femme (Stefan Zweig) en Let the great world spin (Colum McCann) en Invisible (Paul Auster). Uit respect voor het gazon koos ik een boekje dat ik deze week pas ontving, Bonsai van de Chileense auteur Alejandro Zambra.

Op de binnenflap wordt de roman aangekondigd als "hét cultboek uit hedendaags Latijns-Amerika". Alejandro Zambra vertelt in 94 bladzijden de liefdesgeschiedenis van Emilia en Julio, hoe die begon en hoe die tot een eind kwam en wat daarna gebeurde. Julio en Emilia zijn grote lezers. Elke avond lezen ze samen: Yukio Mishima, Georges Perec, Raymond Carver, Emil Cioran, tot ze "Tantalia", een kort verhaal van Macedonio Fernández, in handen krijgen. Het verhaal, over een stel dat een plantje koopt als symbool van hun liefde maar ontdekt dat hun liefde zal sterven als het plantje sterft, tekent Julio en Emilia. Vanaf dan gaat het mis. Het laatste boek dat ze lezen is De kant van Swann van Marcel Proust, tot pagina 372.

Toen Bonsai in Chili verscheen, stond de literaire wereld daar op zijn kop. Alle recensies waren lovend. Wat had dit dunne boekje dan?
Bonsai is een veelgelaagd verhaal vol verwijzingen naar andere boeken en het is geschreven in een mooie uitgepuurde taal, maar het meest bijzondere is de verteller. Soms staat de vertelinstantie in het verhaal, soms distantieert hij zich. Dat werkt intrigerend: we gaan de betrouwbaarheid van de vertelinstantie in vraag stellen.
Het zou me verder niet verbazen als Zambra zich liet inspireren door Italo Calvino. Bonsai heeft iets van Als op een winternacht een reiziger.

Ik had het boekje heel snel uit en wilde het onmiddellijk opnieuw lezen, maar mijn ongeluk was dat ik naar buiten keek.
Het regende niet meer. Ik moest verder met mijn doos Gazon Japonais.

Geen opmerkingen: