De jonge Argentijnse schrijfster Samanta Schweblin (°1978)
zette zich op de literaire kaart met haar prachtige korte verhalen. Ook haar eerste roman is van een zeldzaam niveau.
Een van de meest
veelbelovende stemmen van de huidige generatie Spaanstalige auteurs, noemt
Mario Vargas Llosa haar. Samanta Schweblin (°1978) debuteerde in 2002 met de
verhalenbundel El núcleo del disturbio (De kern van de
verstoring) en sleepte de twee grootste literaire prijzen van Argentinië in de
wacht.
Sindsdien valt elke titel die van
haar verschijnt een juichende ontvangst te beurt. Met Gif, in 2015 verschenen als Distancia
de rescate (wat letterlijk ‘afstand van redding’ betekent, vrij vertaald
als ‘veilige afstand’), waagt de Argentijnse zich voor het eerst aan een roman
of toch novelle. Het boekje is maar 112 bladzijden lang, maar meer heeft de
schrijfster niet nodig om haar lezers te begeesteren.
Bevreemdend
Invloeden van Julio Cortázar, Jorge Luis Borges en Adolfo
Bioy Casares klinken door in Gif. Net
als haar voorgangers – en leermeesters – integreert Schweblin fantastische elementen in haar
schrijven, wat een bevreemdend effect heeft. Dat wordt nog versterkt door de
bijzondere vorm van de roman. Schweblin heeft Gif opgebouwd als een dialoog tussen twee vertellers waarbinnen een
derde verteller actief is. De snelle perspectiefwisselingen zorgen aanvankelijk
voor verwarring, maar dat blijft niet duren. Schweblin schrijft zo goed dat we na
enkele bladzijden moeiteloos tussen de innerlijke werelden van haar personages
navigeren.
Het verhaal cirkelt rond twee jonge vrouwen, Amanda en
Carla, en David, de zoon van Amanda. Amanda ligt in een ziekenpost op het
platteland en wordt door David ondervraagd. Ze zal binnenkort sterven. Met zijn
vragen wil David haar tot een levensbelangrijk inzicht brengen.
Schweblin schrijft zo goed dat we moeiteloos tussen de innerlijke werelden van haar personages navigeren
Enkele dagen tevoren is Amanda vanuit
de stad overgekomen om met haar dochtertje Nina een vakantie door te brengen in
een huis met zwembad. Het had een idyllisch verblijf moeten worden, maar in
werkelijkheid is het tegendeel waar. Een vloek blijkt op de omgeving te rusten.
In het dorp heeft Amanda Carla leren kennen, die haar een akelig verhaal heeft
verteld. Amanda’s natuurlijke moederlijke bezorgdheid is er alleen groter door
geworden.
Voortdurend probeert ze dicht genoeg bij Nina te zijn om haar van
mogelijke gevaren te kunnen redden. “Ik noem dat ‘veilige afstand’, want zo noem
ik die veranderlijke afstand die me scheidt van mijn dochter, en ik ben de
halve dag bezig die te berekenen, al neem ik altijd meer risico’s dan ik
eigenlijk zou moeten doen.”
Kantelpunt
David vraagt Amanda zich gedetailleerd
te herinneren wat ze in de afgelopen dagen ervaren heeft, met de bedoeling ‘het
precieze punt te vinden waar de wormen ontstaan’. Wat dit concreet inhoudt,
laat Schweblin aan ons over.
Naargelang het verhaal vordert, wordt de sfeer
beklemmender, en dringt het besef zich op dat de stiltes van de personages minstens
even belangrijk zijn als wat daadwerkelijk wordt uitgesproken. Schweblin overhandigt
het roer aan onze fantasie en laat ieder van ons toe om er zijn of haar eigen
verhaal van te maken.
Waarover gaat Gif? Een eenduidig antwoord is er niet.
Het is evengoed een verhaal over de angst van een moeder om haar kind te
verliezen als over de teloorgang van het platteland, over het kantelpunt in een
leven waarop een catastrofe onafwendbaar wordt of over de angsten verbonden aan
onze condition humaine – en dat zijn maar enkele van de mogelijke antwoorden. De
Nederlandse titel is achteraf gezien erg goed gekozen. Wie Schweblin in het
bloed heeft, wil meer.
Gif, Samanta Schweblin. Vertaling: Mia Buursma. Atlas Contact, 112 p.
Deze recensie verscheen op 9 maart in De Morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten