Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 7 mei 2015

Inge Schilperoord ontrafelt het bezwaarde brein van de pedofiel in magistraal romandebuut

Psychologe Inge Schilperoord put uit haar ervaringen met gedragsdelinquenten en schrijft een opzienbarend debuut over een man die zijn pedofiele neigingen verdringt, maar niet kan ontsnappen aan zichzelf.

'Zijn worsteling raakte me'
Annick Vandorpe

‘Schrijven schiet bij mij alleen op als ik het als een parttime baan beschouw’, vertelt Inge Schilperoord (º1973). ‘Om aan Muidhond te werken heb ik mijn vaste baan als forensisch psychologe in het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie vijf jaar geleden opgezegd en ben ik als freelancer verdergegaan.’
Een loze tijdsinvestering was het niet. Haar debuutroman kreeg vijf sterren in de Volkskrant. “Een duistere en grootse prestatie”, schreef Arjan Peters. “Een boek waar je ogen als magneten aan vastgekleefd blijven zitten”, stond dan weer te lezen in NRC Handelsblad.

Onafwendbaar
In Muidhond kruipt Schilperoord in het hoofd van een man van dertig die vrijgesproken is van pedofiele handelingen. Het verhaal start op de laatste dag van zijn gevangenschap.
“Nu moet ik goed opletten, dacht Jonathan. Nu. Het begint nu. Hij legde zijn trillende handen in zijn schoot en wreef met de duim van zijn rechterhand langzaam over het kootje van zijn linker, in de hoop dat het hem kalm zou maken.”
Jonathan keert terug naar het vissersplaatsje waar hij met zijn godsvruchtige moeder en oude hond samenleeft. Een verstikkende hitte ligt als een mantel over het stadje. Jonathan treft zijn oude buurt quasi verlaten aan. De huizen zullen worden gesloopt en de meeste bewoners zijn al naar een nieuwbouwwijk verhuisd. Alleen bij de buren is er nog leven. Daar woont, zo blijkt, een meisje van een jaar of tien, dat zich tijdens Jonathans afwezigheid over zijn hond heeft ontfermd. De moeder werkt in een café en heeft geen tijd om zich met het kind bezig te houden.
De schrijfster heeft niet veel tijd nodig om de lezer in de gekwelde geest van haar personage binnen te trekken. Na enkele tientallen bladzijden staat de spanningsboog op knappen. Het onheil lijkt onafwendbaar. Jonathan is zich bewust van de risicosituatie waarin hij belandt en past de regels die hij van de gevangenispsycholoog heeft geleerd ijverig toe, maar zal hij dat volhouden?

Een beter mens
Schilperoord boetseerde haar protagonist naar een patiënt die ze kreeg in het Pieter Baan Centrum, een observatiekliniek waar verdachten van ernstige delicten onderzocht worden door gedragsdeskundigen. ‘Ik ontmoette daar een man die in een tbs behandeling zat vanwege zedendelicten met kinderen. Hij was opgenomen voor een onderzoek naar het verloop van de behandeling en de vraag hoe gevaarlijk hij nog was. Die man deed vreselijk zijn best om zichzelf te veranderen, soms op een heel krampachtige manier. Zijn worsteling raakte me, zijn gevangenschap in zichzelf. Daar schreef ik een kort verhaal over, dat daarna in de kast belandde. Maar het liet me niet los en ik besloot het uit te werken tot een roman. Uiteindelijk werd de hoofdpersoon een op zichzelf staande man, die nog maar weinig te maken heeft met de oorspronkelijke man op wie het verhaal was gebaseerd. Die zou zichzelf hier niet in herkennen.’
Jonathan houdt van zijn moeder en neemt de zorg voor het huishouden volledig op zich. Hij praat met haar over koetjes en kalfjes, maar wat hij het vorig buurmeisje heeft aangedaan – de reden van zijn veroordeling – is een taboe onderwerp, wat de interactie uiterst geladen maakt. Het contact met andere volwassenen mijdt hij. “De mensen moesten hem niet, dat was altijd zo geweest. Maar de natuur nam hem zoals hij was.”
De liefde voor dieren is voor Jonathan een manier om aansluiting te vinden bij het buurmeisje. Wanneer hij na een dag hengelen in de duinmeertjes thuiskomt met een kanjer van een zeelt – een karperachtige vis die ook ‘muidhond’ wordt genoemd – is haar fascinatie gewekt. Op een dag treft hij haar in zijn kamer aan. Ze is het huis binnengedrongen en staat bij het aquarium, in bewondering voor de zeelt. Schilperoord laat prachtig aanvoelen hoe Jonathan wordt geslingerd tussen zijn drang om ‘een beter mens’ te worden en de verboden verlangens die hem teisteren.
“Hij bleef maar staan. Na een tijdje viel hem op dat de stilte in zijn kamer anders leek nu zij er was. Als een ingehouden adem. Peinzend, terwijl hij afwisselend staarde naar het stilzittende meisje en het licht dat door de lage ruit naar binnen viel, zag hij het gezicht van de gevangenispsycholoog voor zich. Dat lange, benige gezicht, de onderzoekende blik. Dat leek op dat moment allemaal heel ver weg, alsof iets in de kamer het tegenhield. Het licht, haar aanwezigheid, of het tapijt dat de geluiden dempte. Hij kon zich de situatie waarin hij met hem aan de delictanalyse had gewerkt nauwelijks meer voor de geest halen. Hij moest straks zijn aantekeningen nog eens goed doorlezen. Maar nu alles loslaten. Laat het los, zei hij zacht in zichzelf, laat los.”

Medeleven
Muidhond roept de vergelijking op met de roman L’Etranger van Albert Camus. Net als Meursault, het personage van Camus dat zonder duidelijke motieven iemand neerschiet, blijft Jonathan in zekere zin een vreemde voor zichzelf.
‘Er leeft iets in hem dat hij niet wil, maar waarvan hij ook niet goed weet hoe hij het moet verbannen’, zegt Schilperoord. ‘Om zichzelf in de hand te houden klampt hij zich vast aan externe regels, manieren en structureren: het therapeutisch werkboek, de dagstructuur die hij zichzelf oplegt, regels met betrekking tot zijn gedrag.’
Als lezer voelen we mee met Jonathan, hoe fout zijn gedachten ook zijn.
De verlammende hitte, de desolate woonwijk, de wereldvreemdheid van het personage en zijn dwangmatige routine dragen allemaal bij tot de beklemmende sfeer. De schrijfster heeft de psychologie van haar protagonist op meesterlijke wijze vormgegeven. Jonathan kan niet buiten zichzelf, wat hij ook probeert. Hij is slachtoffer van zichzelf en als lezer voelen we met hem mee, hoe fout zijn gedachten ook zijn. Hoe ervaart Schilperoord dat als psychologe? Mag je medeleven voelen voor je patiënten of staat dit de analyse in de weg?
‘Het is onvermijdelijk, want heel menselijk, dat je in het contact met anderen die je van dichtbij leert kennen empathie kan voelen. Zeker als zij lijden aan zichzelf. Dat gebeurt dus ook in mijn werk. En dat is op zich niet erg, zolang je je ervan bewust bent en tegelijkertijd ook afstand houdt. Het is een rare, tegenstrijdige beweging die je maakt als forensisch psycholoog. Enerzijds kom je steeds dichtbij, anderzijds blijf je altijd op afstand. Dat laatste is nodig om te kunnen beoordelen hoe gevaarlijk iemand is, en dat is toch waar de onderzoeken uiteindelijk om draaien.’
Het schrijfproces en het jarenlange wonen van Jonathan in haar hoofd hebben haar blik als psychologe veranderd, vertelt ze, al was de weg wel lang en moeizaam.
‘Ik denk niet dat ik eerder zo'n gevoel van frustratie heb ervaren als wanneer iets tijdens het schrijven niet goed lukte, dat ik voelde dat “het” er wel zat maar dat ik er niet helemaal bij kon. Het leren doorwerken en geduld hebben, omdat alleen dan iets tot stand kan komen, daar moest ik mezelf in trainen. Maar ik vond het ook het meest fascinerende werk dat ik ooit heb gedaan. Door stap voor stap te volgen hoe Jonathan zich leert te beheersen maar steeds weer langzaam de greep verliest, en alles wat hierbij aan gevoelens en gedachten komt kijken, kon ik dichter bij hem komen dan bij mijn patiënten. In tegenstelling tot in mijn werk hoefde ik niet na te denken over “academische” kwesties zoals toerekeningsvatbaarheid en recidive, factoren die afstand scheppen. Ik ben beter gaan begrijpen hoe zo'n proces van zelfcontroleverlies kan verlopen en ook hoe het moet zijn om onderwerp te zijn van een psychologisch onderzoek en therapie.’
Hoe kunnen pedofielen volgens Schilperoord voor recidive gevrijwaard worden?
‘Dat is lastig eenduidig te zeggen omdat er zoveel verschillende “soorten” pedofielen zijn. In het algemeen kan je, denk ik, verlangens niet “wegtherapieen”. Het gaat er eerder om mensen meer zelfcontrole te leren, en meer bewustzijn, bijvoorbeeld van wat ze aanrichten bij kinderen of van wanneer ze zelf het meest risico lopen te “verzwakken”. Voor mensen die aangetrokken zijn tot volwassenen en tot kinderen, is het makkelijker één route af te snijden dan voor exclusieve pedofielen, zoals dat heet.’ 

Geen valse noot
Muidhond is zo een van die zeldzame romans (op de koop toe een debuut!) waarin geen enkele valse noot te bespeuren valt. Schilperoord gebruikt een heldere, precieze taal, en haar toonzetting is fenomenaal. Ze schrijft ingehouden en tegelijkertijd invoelend.  
Als motto van de roman gebruikt ze een citaat van Camus, die ze een van haar helden noemt: “De mens die vraagt, en de wereld die op een onredelijke wijze zwijgt”.
‘Dat slaat in mijn ogen op Jonathans beleving van de wereld’, legt ze uit. ‘Hij zoekt en zoekt, en worstelt, klampt zich vast aan regels en structuren maar is uiteindelijk aan zichzelf overgeleverd.’
Dat het verhaal van Jonathan noodlottig zal aflopen, is te voorspellen, maar de manier waarop dat gebeurt verrast en maakt de tragiek van het personage en het mededogen dat we voor hem voelen nog groter. Wat Schilperoord met Muidhond voor elkaar krijgt, is een tour de force. Dit is een briljante, noodzakelijke roman.



Muidhond, Inge Schilperoord. Podium, 221 p., 17,50 €. Deze recensie verscheen op 6 mei in De Morgen.

Geen opmerkingen: