Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 27 maart 2014

Ongewoon positieve roman van Vargas Llosa

De bescheiden held is de eerste roman die Mario Vargas Llosa schreef nadat hij in 2010 de Nobelprijs Literatuur in ontvangst mocht nemen. Hij situeert het verhaal in de steden van zijn jeugd en laat ‘een nieuw Peru’ oprijzen. 

Mario Vargas Llosa (°1936) broedde al lang op het idee een roman te schrijven over de bloeiende Peruaanse economie en de problemen die deze genereert, toen hij enkele jaren geleden een interessant berichtje las in een Peruaanse streekkrant. Het kwam van een zaakvoerder van een transportbedrijf, die het slachtoffer was geworden van chantage. Publiekelijk liet deze weten dat hij de sommen die zijn afpersers eisten niet zou betalen. Het artikel liet Vargas Llosa niet los. Even later was Felícito Yanaqué, een van de spilfiguren van De bescheiden held, geboren. 

Dreigbrief 

Felícito Yanaqué woont in Piura, een woestijnstad in het noordwesten van Peru, waar hij Transportbedrijf Narihualá leidt. Als het verhaal begint, staat hij op de dorpel van zijn huis paraat om naar zijn werk te vertrekken. De Latijns-Amerikaanse ochtenddrukte rijst voor ons geestesoog op: “De straatventers boden luidkeels hun waren aan, lolly’s, bananenchips, melcochas, empanada’s en allerlei soorten snuisterijen; de blinde Lucindo had zich al onder het uitstekende dak van het koloniale huis op de hoek geïnstalleerd met een blikje aan zijn voeten voor de aalmoezen. Sinds mensenheugenis was het allemaal precies zoals op andere dagen.” 

Toch gaat Felícito niet welgemutst op weg. Op z’n voordeur ontdekt hij namelijk een dreigbrief waarin een maandelijkse som geld van hem wordt geëist. De politie veegt de zaak onder tafel. Kort daarna stichten de afpersers brand in het bedrijf, maar de laatste woorden van z’n overleden vader indachtig – “Laat nooit iemand over je heen lopen, zoon” – houdt Felícito been stijf en meldt hij in de krant dat hij niet op de chantage zal ingaan. In een mum van tijd wordt hij een held in Piura, waarna het politieteam plots wél bereid is om hem te helpen. 

Oude bekenden

Vargas Llosa laat in deze roman weer allerlei oude bekenden opdraven. Helaas pakt dat niet altijd even goed uit. Het politieonderzoek leidt bijvoorbeeld even naar de Onoverwinnelijken uit Het groene huis (1976). Dat schept verwachtingen bij de lezer en het opent ook mogelijkheden binnen de roman, maar de auteur vangt verder niets met deze personages aan, wat de aardigheid van z’n literaire knipoog teniet doet.

De personages worden in het nauw gedreven door geweld en corruptie, maar ze houden het hoofd hoog 

Habitués die wél uitgebreid aan bod komen, zijn don Rigoberto, z’n zoon Fonchito en z’n tweede vrouw doña Lucrecia. De drie, die we kennen van Lof van de stiefmoeder (1988) en Geheime notities van Don Rigoberto (1997), spelen mee in de tweede verhaallijn. Ook hier draait de intrige om een welvarende ondernemer. Ismael Carrera nadert de tachtig, is weduwnaar en bestiert in Lima een florissante verzekeringsmaatschappij. Zijn twee zonen, “de hyena’s”, willen niets liever dan dat hij zo snel mogelijk sterft. Omdat hij wil voorkomen dat zijn fortuin naar hen gaat, trouwt hij met zijn dienstmeisje. Het paar haast zich het land uit voor het huwelijk in Lima bekend wordt en een schandaal losbarst. De razernij van de hyena’s valt op de schouders van don Rigoberto, Ismaels goede vriend en getuige. 
Hoofdstukken over Felícito en Ismael wisselen elkaar af. Beide verhaallijnen komen uiteindelijk samen, via een schakel die al in het begin van het verhaal verstopt zit.

Een nieuw Peru 

De bescheiden held is niet de beste, maar wel een van de meest optimistische romans van Vargas Llosa. De personages worden in het nauw gedreven door geweld en corruptie, maar ze houden het hoofd hoog en nemen hun lot in eigen handen. Het beeld dat Vargas Llosa van z’n vaderland schetst is ongewoon positief. Hij toont een nieuw Peru dat niet langer geteisterd wordt door genadeloos racisme (De stad en de honden, 1963), door armoede en wreedheid (Het groene huis, 1966) of door een corrupt regime (Gesprek in De Kathedraal, 1969) maar dat in volle economische ontwikkeling is. Een land waar hij trots op is, getuige de veelvuldige warme verwijzingen naar populaire muziek, typische gerechten en streektaal. Of deze positieve noot de afsluiter wordt van z’n oeuvre, valt nog af te wachten. 

De bescheiden held, Mario Vargas Llosa. Vertaling: Mariolein Sabarte Belacortu. Meulenhoff, 352 p.
Deze recensie verscheen op 26 maart in De Morgen.

Geen opmerkingen: