Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

dinsdag 23 april 2013

Alina (4)

De jurk

Er wordt aan de deur gebeld. Alina is in de slaapkamer een nieuwe rode jurk aan het passen. Zodra ze het kledingstuk zag, wist ze dat het voor haar was gemaakt. Vroeger zou de zaak in tien minuten beklonken zijn, maar nu ze niet meer werkt probeert ze haar kooplust te temperen.
Het uitstel had vijf uur geduurd. Intussen had ze de winkelstraat verscheidene keren afgewandeld, twee cappuccino’s gedronken, ketens bezocht waar je voor de prijs van de rode cocktailjurk vier outfits vindt, alles tegen beter weten in.

De deurbel klinkt opnieuw, hard en aanhoudend nu. ‘Ofwel is het een schoolmoeder ofwel een van de buren,’ mompelt Alina. Ze houdt de slippen van haar japon op als bij een baljurk en loopt naar de hal. 
Met een zwaai trekt ze de deur open. ‘Een goede morgen!’ Ze sluit haar ogen en maakt een buiging. 
Dat haar vermoeden verkeerd is merkt ze als ze zich opricht. Ze ziet drie paar benen in gescheurde spijkerbroeken en vuile gympen en, hoger, T-shirts met het opschrift Reiniging Vetbakken en Beerputten

‘Mevrouw Condurro?’ vraagt de kleinste van de drie mannen op de drempel. 
Ze knikt. Ze hoopt dat ze niet rood aanloopt. Het is nu te laat om andere kleren aan te trekken. Moet ze zich verontschuldigen? 
‘We hebben een afspraak om kwart over negen,’ zegt de man. 
‘Klopt,’ zegt ze. ‘Kwart over negen, Reiniging Vetbakken en Beerputten.’ Die mannen moeten niet weten dat ze niet op de hoogte is. En het kan perfect dat ze altijd cocktailjurken draagt. 
‘Kunnen we met de vetbak beginnen?’ 
‘De vetbak…’ Alina glimlacht. Is dit woord ooit al uitgesproken door iemand in galakledij? ‘De vetbak is een goed idee.’ 
‘We halen ons materiaal,’ zegt de kleinste van de ploeg. 
Die jurk is prima, besluit ze terwijl ze toekijkt hoe de mannen naar de tankwagen lopen die op de oprit staat. Het oog wil ook wat, zeker in deze sector. 

De frontman komt terug met een soort koevoet. Zijn compagnons staan bij de tankwagen en rollen een zwarte plastic slang van een katrol. 
‘Komt u maar binnen,’ zegt Alina die geen idee heeft van waar de vetbak zich bevindt. 
‘Kunnen we ook achterom?’ vraagt de frontman. 
‘Natuurlijk… Volgt u mij.’ 
Bij de achterkant van het huis lopen de mannen van Reiniging Vetbakken en Beerputten Alina met gedecideerde pas voorbij. Ter hoogte van de keuken houdt de ploeg halt. De frontman wroet met zijn voet in het grind. Een roestig luik wordt zichtbaar. 
Alina komt dichterbij. Jarenlang heeft ze over deze plek gelopen zonder te beseffen dat hier iets onder ligt! 
‘Die goede oude vetbak…’ Ze spreidt haar armen zodat haar vleugelmouwen open waaieren. Omdat het effect spectaculair is herhaalt ze het gebaar. 
‘Oud is ie wel,’ zegt de frontman. Met de koevoet wrikt hij het luik los. ‘Oud… of al jaren niet meer geleegd.’ 
Alina zet een pas naar voren en loert de vetbak in. Ze ziet een rooster en daaronder een vloeistof. Nou ja, vloeistof… het lijkt meer op een brij. Op het oppervlak glinstert een spiegel van vetogen. Er drijven een soort bollen in. 
Ze hurkt neer en knijpt haar neusgaten dicht. Ze herkent de resten van een gehaktschotel die ze twee dagen geleden heeft bereid. 
Een van de mannen laat de slang in het goedje neer. Er klinkt een luid geslurp. In enkele seconden is de put leeg. 
‘Nog even spoelen,’ zegt de frontman. ‘Kunnen we uw tuinslang gebruiken? 
‘Ik doe het wel,’ zegt Alina. 
‘Maar…’ 
‘Ik sta erop.’ Ze draagt dan wel een cocktailjurk maar ze moeten niet denken dat ze een decorstuk is. In een wip is de put schoongespoten. Ze richt de waterstraal op de zoom van haar jurk. Daar zit een vlekje. Intussen laat de frontman de slang nogmaals in de vetbak. Het zuigend geluid weerklinkt opnieuw. Daarna schuift hij het luik over het gat. 

De geur van de vetbak is niets vergeleken met die van de tweede put die Reiniging Vetbakken en Beerputten opent. Deze bevindt zich in het gras rond de plataan, onder een gladde steen waarop de kinderen vaak met hun autootjes spelen. 
Alina probeert de stank weg te waaien met haar vleugelmouwen, maar dat maakt het erger. Ze heeft plots zin om de jurk aan de plataan te hangen en in ondergoed door de tuin te rennen. 
De frontman en zijn kompanen staan over het gat gebogen. 
Alina loopt naar hen toe. Ze ademt door haar mond. ‘U en ik, de buurman, de president… we zijn allemaal dezelfde,’ zegt ze.
Ze kan nu met zekerheid zeggen dat haar gezicht even rood ziet als haar jurk. ‘Misschien merken jullie een verschil, maar ik in elk geval niet…’ Ze lacht naar de frontman maar hij staart naar de grond. De put blijkt tot de rand toe gevuld. 
‘We wonen hier met vier personen,’ haast ze zich. ‘Mijn zonen zijn nog maar vijf jaar maar wat die kinderen kunnen eten! De stokbroden die hier elke dag geconsumeerd worden!’ 
Haar woorden gaan verloren in een krachtig geslurp. 
‘U bent weer goed voor drie jaar,’ zegt de frontman als hij haar de factuur overhandigt. 

Nadat de tankwagen van Reiniging Vetbakken en Beerputten is weggereden, gaat Alina naar binnen. In de slaapkamer inspecteert ze de zoom van haar jurk. De vlek is verdwenen. Voor de spiegel draait ze om haar as. De rok bolt hoog op. Pas als de spiegel en de hele kamer beginnen te tollen, laat ze zich op het bed vallen. Ze trekt de jurk over haar hoofd, vouwt hem voorzichtig op, legt het bonnetje erop en stopt alles in de winkeltas.

Laurence De Craene, De jurk, 2013.
Linosnede.


Het vorige avontuur van Alina leest u hier.

1 opmerking:

Kathleen zei

Super tof annick ,grappig !
Kathleen