Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

dinsdag 9 april 2013

Alina (2)

Telefoon

De telefoon gaat. Zou het? denkt Alina. Ze zet haar strijkijzer in de houder naast de plank. Stefano kan het niet zijn; hij belt altijd naar haar mobieltje. De school? Die belde eergisteren nog. Matteo had zijn hoofd gestoten, niets ernstigs, maar kon hij ‘s middags thuisblijven? De directrice formuleerde het als een vraag, maar Alina interpreteerde het als een bevel. Sinds ze niet meer werkt ligt dit soort zaken gevoelig.

Op haar naaldhakken loopt ze naar de buffetkast. ‘Het zal een van de schoolmoeders zijn,’ zegt ze halfluid. Die woorden zijn een afleidingsmanoeuvre. Haar horloge meldt kwart over drie; dit is het tijdstip. Het tijdstip waarop zij bellen. ’s Avonds kan ook, maar dan is Stefano thuis.
‘Kom je op de koffie?’ zingt ze. ‘Ga je mee naar Ike-ha? A-ha-li-na, ga je mee?’ Ze maakt een opwaartse heupbeweging. Sinds ze een documentaire heeft gezien over Nesri Topkapi, oefent ze het buikdansen elke ochtend voor de spiegel in de slaapkamer. Vorige week betrapte Stefano haar. ’s Avonds bracht hij de cd mee. Ze hadden het buikdansen in bed vervolgd.
Alina grijpt het telefoontoestel. “Anonieme beller”, meldt het display. Ze loopt naar het bureau. Ze wacht nog twee rinkels. In principe werkt vier ook want ze wachten minstens acht rinkels (dat is een algemeen voorschrift, ze heeft het zelf gevraagd, aan Energizon Isolatie was dat), maar ze wil geen risico nemen. In de bureaukamer zakt ze in Stefano’s Chesterfield en drukt op de groene knop.

‘Mevrouw Condurro?’
‘Mevrouw Condurro hebt u aan de lijn.’
‘Mevrouw Condurro! Laat ik me voorstellen. Ik ben Xavier Delbon van Modern Seating Solutions. We doen een…’
‘Goedemiddag Xavier,’ onderbreekt Alina.
‘Goedemiddag mevrouw Condurro. We doen -’
‘Zegt u maar Alina.’
‘Pardon?’
‘U mag me Alina noemen.’
‘Ach... Ja. Ik ben Xavier Delbon van Modern Seating Solutions.’
‘Dat heeft u al gezegd.’ Alina schuift naar het puntje van de zetel. Ze slaat haar benen over elkaar. ‘U heeft een bepaalde reden om me te bellen?’
‘Inderdaad. We -’
‘Ik luister.’
‘Ik ben… U kent Modern Seating Solutions?’
‘Helaas niet, maar u kunt daar misschien verandering in brengen?’ 
‘Zeker, mevrouw Condurro.’
‘Alina,’ verbetert ze, maar hij is weer aan het praten. Snel en helder. Als je dit in muziek zou omzetten, denkt ze, dan krijg je Eric Satie.
‘Modern Seating Solutions, kortweg MSS, speelt in op een trend in de hedendaagse samenleving. De tijd van het gezamenlijk televisiekijken is voorbij. Wat doen families ’s avonds? Computeren! Terwijl u uw sociaal netwerk updatet, maakt uw echtgenoot via mail een afspraak met een zakenrelatie en spelen zoon en dochter op de Nintendo DS. Is dit een slechte evolutie? Welnee.’

Alina wrijft haar kiezen over elkaar. Dat heeft ze met retorische vragen. Die aanpak is verouderd.
‘Het enige probleem,’ gaat hij verder, ‘is dat dit afstand creëert. Mijnheer zit in zijn werkkamer, u bent in de woonkamer, zoon- en dochterlief trekken zich terug in de speelkamer… Niet omdat ieder gezinslid per se alleen wil zijn, maar omdat ieder van u in de buurt wil zijn van een stopcontact. De computers moeten gevoed worden! Welnu. Dit heeft MSS voorzien. MSS is marktleider in het segment van de geïntegreerde zitoplossing. Wij bieden de klant een groot gamma sofa’s aan, van één- tot vierzit, leer of stof, maar wat ons van de concurrent onderscheidt is het ingebouwde stopcontact. Een per zitplaats.’
Ze heeft zelden zoveel zinnen gehoord zonder één adempauze.
‘Het is heuglijk nieuws dat wij u vandaag melden. Wat zegt u hierop, mevrouw Condurro?’ 
‘Alina.’
‘Alina.’
Ze glimlacht. ‘Ik vroeg me af…’
‘Natuurlijk. U bent bekommerd om het esthetische aspect? Dat begrijpen wij. Het spreekt voor zich dat elk stopcontact via een ritssysteem onzichtbaar kan worden gemaakt. Wat zegt u hierop, mevrouw… pardon, Alina?’
‘Wat mijn mening is?’
‘Ja.’
‘Xavier?’
‘Ja?’


De tweede “ja”, constateert Alina, is een korte ja. Een niet-professionele ja. Het pantser is doorprikt. Nu is er geen weg meer terug. ‘Hoe oud ben je?’ vraagt ze.
‘Ik?’
‘Ja.’
‘Eenendertig.’
‘Getrouwd?’
‘Nee… een vriendin, dat wel.’
‘Kinderen?’
‘Nog niet. Maar… wat-’ 
‘Je hebt misschien…?’ Alina rekt de laatste lettergreep. Daarna zwijgt ze.
‘Misschien wat?’
‘Heb je een hobby, Xavier?’
‘Een hobby? Euh… fietsen? Fotografie…’
‘Houd je van je baan, Xavier?’
‘Ja.’
‘Ja?’
‘Het brengt brood op tafel, tenminste als ik klanten vind.’
‘Brood is belangrijk.’
‘Daar zeg je iets.’
‘Persoonlijk vind ik je moedig,’ zegt Alina.
‘Moedig?’
‘Jazeker.’ Ze gaat voor het raam staan. Daar ligt de vallei, het buurdorp, de bergen, erachter de zee. De wereld. Zoveel plaatsen, zoveel mensen en overal gebeurtenissen.
‘Als je denkt aan het gesnauw, de scheldwoorden, de keren dat het gesprek afgebroken wordt…’
‘Dat ook, maar ik bedoel -’
‘Weet je wat het ergst is?’
‘Wat dan?’
‘Stel, je hebt een recordlengte gehaald. Meer dan vijf minuten. Om je een idee te geven, de kans op vijf minuten is twee procent. Je bent goed bezig en dan klinkt plots de kiestoon. Gesprek over. Wat halen ze zich in hun hoofd, denk ik dan. Telemarketeers zijn ook maar mensen.’
‘Xavier, luister,’ zegt Alina bedaard. Ze wacht twee tellen. ‘Jij en je collega’s zijn helden. De helden van de eenentwintigste eeuw. Jullie bereiken woonkamers die voor ieder ander gesloten blijven. Jullie doorbreken de monotonie van zoveel mensenlevens. Soms spreek jij – ja jij, Xavier – met mensen die niets meer van het bestaan verwachten. Die alleen nog denken aan het eind. Als op dat ogenblik een montere jonge stem hun gedachtegang doorbreekt, kan alles veranderen. Jullie zijn balsem op de eenzaamheid. Jullie...’ Ze zwijgt. Aan de andere kant van de lijn klinkt het gegons van stemmen.
‘Kuilweg 7 was dat, mevrouw Condurro?’
‘Kuilweg 7, dat hebt u goed begrepen, mijnheer Delbon,’ zegt Alina.
‘Dat staat genoteerd.’
‘Goed.’
‘Wij danken u, mevrouw Condurro. U hoort van ons.’

Alina drukt op de rode knop. In de woonkamer zet ze de telefoon op zijn plaats. Ze loopt naar de strijkplank. Haar horloge wijst drie uur dertig aan. Over een half uur eindigt de schooldag. Het traject van het huis naar de schoolpoort? Vijf minuten. Het hoeslaken? Drie minuten. Dat betekent dat er tweeëntwintig minuten overblijven, genoeg voor een donsovertrek en vier kussenslopen. Ze brengt het strijkijzer naar de hoek van het hoeslaken. Het hete ijzer zweeft boven het katoen, dan keert het terug naar de houder. Alina bukt zich. Links, rechts, klaar. Ze draait om haar as en zwaait haar rechterarm à la Nesri Topkapi de lucht in. Het is een wonderbaarlijk zicht, een stel vliegende naaldhakken.

Laurence De Craene, Telefoon, 2013.
Linosnede.

Het vorige avontuur van Alina leest u hier.

1 opmerking:

Anoniem zei

Heel toffe verhalen van Alina !
Ik wil wel wat langer .....