pas·ti·che [pastiesj(e)] de; m -s werkstuk in nabootsende stijl
In een dorpje waar het ’s winters zo koud is dat je naar de zomer verlangt, en ’s zomers zo warm dat je naar de winter verlangt, kwam de wagen geruisloos tot stilstand. De wagen die daar zo geruisloos tot stilstand kwam, was een Rolls Royce, wit als een krijtrots en fonkelend als een diamant.
De chauffeur, die was uitgestapt, een Armanibrildragende dertiger met een bleke gezichtshuid en een kapsel als een kattenrug, liet heel even zijn ogen rusten. In die miniseconde moet er in dat herenhoofd ontieglijk veel afgewogen zijn.
Tegen de stam van een wilde kastanjeboom lag een vrouw in een jurk die geënt was op de jurk die Google Images op het scherm smijt als je ‘dress’ en ‘Marilyn Monroe’ typt: wit, nauw van boven en wijd van onder. Ze keek ontgoocheld als een verpleegster die na een half uur reanimeren tot de conclusie komt dat het slachtoffer van de brand in discotheek ‘Het Dansparadijs’ nooit meer zal kunnen dansen.
‘Ik ben er klaar voor, mevrouw, ’sprak de chauffeur als iemand die het theorie- examen met glans doorlopen heeft en nu met alle vertrouwen het praktijkgedeelte tegemoet ziet.‘ Ik leef met u mee. U heeft gelijk, het ergste wat een schrijver overkomen kan is dat zijn werk genegeerd wordt.’ Hij klonk als iemand op wiens toekomstige rouwkaart niet zuinig omgesprongen zal worden met woorden als ‘innig’ en ‘zorgzaam’. ‘Als we vleugels hadden, vlogen we samen weg,’ vervolgde hij .
De wil was er. Gedienstig begon hij met de graafwerkzaamheden. De aarde was rul en toonde zich gastvrij. Maar soms is de wil alleen niet genoeg. ‘Zing mevrouw, zing!’ schreeuwde hij gravend. ‘ Ik smeek het u! Ik doe alles voor u, wat u ook maar vraagt! Zing mevrouw, zing!’
‘En waar baseert u die aantijging op?’ zuchtte de chauffeur ongeveer 72 uur nadat de korenbloemblauwe ogen van de vrouw voor het laatst dichtgingen.‘Geloof me. Terwijl we wachtten tot het stoplichtmannetje groen kleurde, is ze in slaap gevallen en niet meer wakker geworden.’
‘Dat lijkt me niet erg waarschijnlijk,’ zei een stem die hoorde bij een wit overhemd en een donkerblauwe uniformbroek. De man die erin zat hijgde. ‘ Het kan niet waar zijn. U liegt. Op de beveiligingsbeelden is te zien dat u een schepje uit uw tas haalt, een metalen schepje met een sticker van een opgeruimd poezengezicht erop.’
‘Ze leed aan het hier en nu,’ zei de chauffeur. Hij klonk als een trambestuurder die het bestemmingsbord van zijn tram lang geleden op een ochtend op ‘laatste rit’ gedraaid had en sindsdien zijn route reed zonder te stoppen.
‘Mij vertelde ze dat ze borstkanker had,’ mompelde de stem die hoorde bij de donkerblauwe uniformbroek.
‘Een verdomd goede actrice,’ lachte de chauffeur mysterieus. ‘Ze zette inbraken in scène, diefstallen, een aanranding in de kloostertuin op eerste paasdag. Als ze een roomsoes zat te eten, probeerde ze je nog wijs te maken dat het eigenlijk een appelflap was. ’
‘Ik ben zo iemand die je gemakkelijk een Renault voor een Volkswagen kunt verkopen,’ zei de man die hijgend in zijn uniformbroek zat.
De chauffeur die op haar graf een post-itje gelegd had met de tekst ‘It’s all make believe, isn’t it?‘, concludeerde: ‘Als je doodgaat zonder een raadsel na te laten dan ben je pas echt dood.’
Toen was het stil. Een stilte die je nodig hebt, net zoals je bij het einde van een concert stilte nodig hebt om te beseffen dat er geklapt moet worden.
Flip Willemsen (°1953) debuteerde in 1990 met De gelaagde sneeuwman. Verder schreef ze onder andere de romans Elise, De leugendeur, en de verhalenbundel Operatie glimlach. In 2011 verscheen haar negende roman, Van de buren niets dan goeds (Compaan Uitgevers).
woensdag 11 april 2012
Een mooie zandbakdag (Flip Willemsen)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
25 opmerkingen:
Wie het raadt wint een boek
Jezelf! Want daar ben hè het allerbeste in! Xxx
hahahaha toch fout, martine
Erg merkwaardige tekst. Zit Louis Nanet hier soms achter? Of hebben we hier met de coming out van Mark Rutte te maken?
Nee Sien, Louis Nanet ligt op sterven. Mark Rutte ook niet, al ben je warm.
Huh heb ik anoniem gereageerd op Sien. Nou ik was het, hoor.
@René Zwaap, Paul Coelho is het helaas ook niet. Koud.
Kundera?
Nee Mart, Kundera ook niet, koud, al zul je het zelf gezien je achternaam wel heel warm hebben.
Tijd voor een tip? Het is een hij en hij leeft.
(dus niet Louis Nanet)
David Pefko?
Guido Utermark misschien?
David Pefko is het niet, Guido Uitermarkt ook niet.
Enigszins warm/lauw
Een Vlaamse schrijver?
Ik denk ook dat het een Vlaming is. Mooi taalgebruik.
@Jacob. Geen Vlaamse schrijver.Nederlandse schrijver.
Van Mersbergen?
Niet van Mersbergen
Tommy Wieringa is de enige die ik kan bedenken.
@Max
Nee, niet Wieringa.
Petra van der Velde: Couperus is het niet, Heere Heeresma ook niet. Couperus is dood, Heere ook(de vader dan)Deze schrijver leeft.
Of misschien Buwalda?
Buwalda ook niet
Stijn Aerden Aristide!
Heel goed Stijn
Je hebt gewonnen.
Aristide von Bienefeldt
Eindelijk! xxx
Een reactie posten