Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 19 september 2011

Gewoon



Al twee weken begin en eindig ik de dag met een roman. Soms lees ik een bladzijde, soms direct vier hoofdstukken, maar altijd lees ik erin en hoe verder ik vorder, hoe bijzonderder het wordt. Waarom dit zo is kan ik nu nog niet kwijt maar u hoort er nog over. Vandaag las ik deze zin, die afkomstig is van een schrijver in de roman, die dan weer een alter ego is van de auteur van de roman.

'Wat iets wonderbaarlijks tot iets wonderbaarlijks maakt, is het gewone dat erin zit, en wat iets gewoons tot iets gewoons maakt, is het wonderbaarlijke dat erin zit.'

Uitspraken in deze trant maken geen indruk op me. Ze klinken me te snel gratuit. Dat had ik nu ook, ik was zelfs oprecht ontgoocheld, dit van een Nobelprijswinnaar?
Pas uren later, toen ik blogger opende en nadacht over hoe ik dit stuk, over de roman Rosa candida van Audur Ava Ólafsdóttir, zou beginnen herinnerde ik me de zin. Hij verwoordde namelijk precies wat de roman waarover ik wilde schrijven zo bijzonder maakt.

Rosa candida begint met het vertrek van Arnljótur, een jonge man met een passie voor botanica, uit zijn ouderlijk huis in IJsland. Van zijn moeder, die onlangs is omgekomen bij een verkeersongeluk, heeft hij de liefde voor planten en bloemen geërfd. In zijn rugzak stopt hij drie stekken van de Rosa candida, een zeldzame roos die zijn moeder heeft gekweekt en die hij wil overplanten op het continent, waar hij een eeuwenoude, ooit wereldbefaamde rozentuin van een klooster in eer gaat herstellen.
Arnljótur neemt afscheid van zijn bejaarde vader, zijn autistische tweelingsbroer en ook van zijn dochtertje, Flóra Sól. Zij is pas enkele maanden oud en woont bij haar moeder, een studente met wie hij een korte liefdesnacht heeft doorgebracht.

Na een lange road trip bereikt hij zijn bestemming, een geïsoleerd gehucht waar de bewoners een heel eigen dialect hebben ontwikkeld. Arnljótur probeert de onbekende taal te leren, legt zich toe op de kloostertuin en bekijkt 's avonds films met de cinefiele abt. De telefoongesprekken met zijn oude vader vormen z'n enige band met het verleden en ook die worden steeds schaarser. Tot hij telefoon krijgt van Anna, de moeder van zijn dochtertje, die vraagt of hij enkele weken op Flóra Sól kan passen.

Meer dan een mooie en trieste liefdeshistorie is Rosa candida is het verhaal van een jonge man die zichzelf leert kennen en volwassen wordt. Het is geen snelle roman en als er al iets gebeurt is dat meestal alledaags. Toch is het een wonderbaarlijk boek omdat het gewone zo raak beschreven is.
Ook het tweede deel van de zin die ik hierboven aanhaal is van toepassing. Het personage, Arnljótur, is gewoon. Hij heeft de gewone obsessies en vragen van opgroeiende mensen, maar er zit ook iets wonderbaarlijks in hem. Dat ligt niet alleen aan zijn liefde voor rozen, het is veel subtieler, het doordrenkt zijn hele doen en laten, het is de stem die Audur Ava Ólafsdóttir hem geeft en die hem tot een uniek personage maakt.

Gaat u maar lezen. Dat ga ik nu ook doen, het is hoog tijd.


Rosa candida, Editions Zulma, 332 p.

1 opmerking:

Frederick zei

Een prachtig boek, vond ik. Lekker traag... en mooi vertaald.