Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 23 september 2015

Veilingmeester met een missie

De Mexicaanse Valeria Luiselli bevestigt haar reputatie als topschrijfster met een doordachte, verrukkelijk absurde roman over hoe verhalen de perceptie en waarde van kunst kunnen beïnvloeden. 

@Annick Vandorpe
Je kan Valeria Luiselli (°1983) gerust een literair wonderkind noemen, al zou zij die stempel in al haar nuchterheid en bescheidenheid vast met een glimlach afwimpelen. In vijf jaar tijd heeft de Mexicaanse zich laten gelden als een van de meest opvallende en innoverende stemmen in de hedendaagse Latijns-Amerikaanse letteren. 
Ze wervelde de literatuur in met Valse papieren, een bundel waarin ze de grenzen tussen essayistiek en fictie aftast, en oogstte een jaar later opnieuw wereldwijd lof met De gewichtlozen, een subtiel gelaagde roman over een schrijfster die zich in het leven van een obscure dichter verdiept en zo in haar fictie opgaat dat die de realiteit gaat sturen.

Kunstgalerie
Aan De geschiedenis van mijn tanden gaat een apart verhaal vooraf. In 2013 werd Luiselli uitgenodigd een fictiewerk te bedenken voor de catalogus van een expositie die tentoongesteld zou worden in Galeria Jumex, aan de rand van Mexico-Stad. Die kunstgalerie is in handen van de vruchtensapfabriek Grupo Jumex, die een van de belangrijkste collecties van hedendaagse kunst ter wereld bezit. 
Het project werd een uitdaging: kon de schrijfster met literatuur de kloof tussen de wereld van de fabriek en die van de galerij, de kunstenaars en de verzamelaars dichten? Ze besloot de roman op te vatten als een feuilleton voor de arbeiders en stuurde elke week een aflevering door die in de fabriek werd gelezen en besproken. De commentaren werden opgenomen en naar Luiselli in New York gestuurd, die er rekening mee hield bij het verder schrijven.
De roman begint als volgt: ‘Ik ben de beste veilingmeester ter wereld. Maar niemand weet dat omdat ik nogal bescheiden ben. Ik heet Gustavo Sánchez Sánchez maar ik word, ik neem aan liefkozend, ook wel Snelweg genoemd. Ik kan na twee glazen rum Janis Joplin nadoen. Ik kan gelukskoekjes interpreteren. Ik kan een kippenei rechtop op een tafel laten staan, zoals Christoffel Columbus dat ooit deed. Ik kan in het Japans tot acht tellen: ichi, ni, san, shi, go, roku, shishi, hachi. Ik kan op mijn rug op het water drijven. Dit is de geschiedenis van mijn tanden.’
De geschiedenis van mijn tanden mag dan een stuk lichtvoetiger zijn dan Valse papieren en De gewichtlozen, maar Luiselli zou Luiselli niet zijn als de aanpak ook niet uitgesproken literair was geweest. Ze doorweeft de tekst met referenties naar andere schrijvers, deelt de roman op in zeven ‘boeken’ die elk staan voor een bepaalde vertelmethode – van klassiek tot hyperbolisch  – en brengt de lezer ver over de helft van de roman tot een nieuw inzicht, wanneer het personage P. Menard zijn opwachting maakt. Deze P. Menard wordt overigens ook als vertaler vermeld. Waar eindigt de fictie? Het is een centrale vraag in Luiselli’s oeuvre.

Verhalen

Snelweg begint zijn tandengeschiedenis met het verhaal van zijn carrière. Verzamelen deed hij als kind al; zijn eerste collectie bestond uit de morsige nagelreepjes die zijn vader ‘s avonds door de woonkamer keilde. Veilingmeester worden moest hem rijk genoeg maken om zijn tanden ‘grof als sleutelbaarden, elk een andere richting op wijzend’ te laten vervangen. 
Zijn talent als verhalenverteller wordt de sleutel van zijn succes. Hij slaagt erin alles te verkopen, zelfs een collectie afschuwelijke tanden, die hij aan de man brengt door ze toe te schrijven aan grote filosofen en er een onwaarschijnlijke historie aan op te hangen – een hilarische passage. 
Mettertijd ontwikkelt Snelweg een hoogstpersoonlijke, allegorische methode, waarbij de verhalen meer gewicht krijgen dan de objecten die hij te koop aanbiedt. Op een veiling in Miami koopt hij het gebit van Marilyn Monroe, dat hij in zijn eigen mond laat plaatsen. “Vanaf het moment dat ik uit de operatie kwam en nog vele maanden later kon ik niet ophouden met glimlachen. Iedereen kreeg mijn nieuwe glimlach in zijn volle breedte te zien en, wanneer ik langs een spiegel of een etalage liep die mijn beeltenis toonde, tilde ik mijn hoed hoffelijk op en glimlachte mezelf toe. (…). Mijn geluk was ongeëvenaard, mijn leven was een gedicht, en ik wist zeker dat ik op een dag het mooie relaas van mijn tandenautobiografie zou kunnen optekenen.”
Of het gebit van de diva Snelweg ook succes zal brengen, is nog maar de vraag. De geschiedenis van mijn tanden mondt uit in een kras, origineel verhaal vol absurde humor. Achter de lichtvoetigheid gaan interessante vragen schuil. Hoe verkrijgen kunstobjecten hun waarde? Hoe beïnvloeden verhalen de perceptie en waarde van kunst?  Wat voor invloed heeft het op de betekenis van een voorwerp als je het uit zijn normale context haalt?
Zoals bij elke Luiselli is dit literatuur waar je op kan nakauwen. Bij de boekvoorstelling in Mexico-Stad zijn twee fabrieksarbeiders komen opdagen, vermeldt de schrijfster in het nawoord. Missie meer dan geslaagd.

De geschiedenis van mijn tanden, Valeria Luiselli. Vertaling: P. Menard.

Uitgeverij Karaat, 208 p.,  19,95 euro. 4 sterren.





Geen opmerkingen: