Connie Palmen schrijft heftig boek over de noodlottige liefdeshistorie van Sylvia Plath en Ted Hughes
Toen Sylvia Plath in 1963 uit het leven stapte, werd haar
man Ted Hughes als zondebok aangewezen. Zij was een martelares, hij de
moordenaar van een genie. Connie Palmen geeft Hughes een stem en werpt een
nieuw licht op het meest besproken huwelijk uit de moderne westerse literatuur.
Sylvia Plath
(1932-1963) en Ted Hughes (1930-1998) waren zeven jaar samen,
maar wie Jij zegt het van Connie
Palmen leest zou denken dat ze elkaar veel langer hebben gekend. De Amerikaanse
en de Brit hadden een onwaarschijnlijk heftige relatie. Na de zelfmoord van
Plath op 11 februari 1963 (de dichteres vergaste zich in haar Londense keuken,
terwijl haar jonge kinderen boven in bed lagen) werd Hughes met de vinger
gewezen. Hij had haar in de steek gelaten voor een ander. Zijn naam werd herhaaldelijk
uit Plaths grafsteen weggehakt.
Over zijn huwelijk
met Plath heeft Hughes weinig prijsgegeven. Tot in 1998, toen hij, enkele maanden
voor hij stierf, de beeldschone autobiografische bundel Birthday Letters de wereld instuurde.
In haar nieuwe roman schetst Palmen
het huwelijk vanuit zijn perspectief. De gedichten over Plath vormden haar
belangrijkste leidraad, vertelt ze in het nawoord.
Demonen
In de
huid te kruipen van een dichter die een van de beste stemmen van zijn generatie
wordt genoemd, moet je durven. Palmen, de grande dame van de
Nederlandse letteren wekt de dichter met glans tot leven en maakt ons in een precieze,
rijkgeschakeerde taal deelgenoot van zijn gedachten, schrikbeelden en
bezweringen.
Op het ogenblik dat Hughes aan zijn verhaal begint, loert de dood reeds
om de hoek. Hij blikt terug op zijn ontmoeting met Plath in Cambridge en ziet voortekenen
van een tragische liefdesrelatie. «Van
een vrouw die je bijt in plaats van kust, had ik moeten weten dat iemand
liefhebben voor haar gelijkstond aan iemand bevechten. (…) Wie zo een liefde
begint, weet dat er in het hart van die liefde geweld en vernietiging
schuilgaat. Tot de dood erop volgt. Van meet af aan was het gedaan met een van
ons. »
Het is 1956, Plath is drieëntwintig en heeft al enkele roemvolle jaren
achter de rug. Hughes weet niets over haar complexe karakter, noch over de
zelfmoordpoging die ze ondernam op haar twintigste. De vrolijkheid en
exuberantie van de ‘zonneschijnblonde’ Amerikaanse verblinden hem. Vier
maanden na hun kennismaking trouwen ze.
Rimpelloze huwelijkswateren zullen Plath en Hughes nooit bevaren. Van bij
het begin is hun liefde allesverzengend. Hughes moet de demonen die Plath kwellen
onder ogen zien als hij in 1957 met haar naar de Verenigde Staten verhuist,
waar hij wordt geconfronteerd met haar jaloezie en wantrouwen, het gemis van haar
vader (die stierf toen ze acht was), de morbide band met haar moeder, haar gemoedswisselingen,
waanbeelden en angsten. Als Plath in een depressie verzeilt, zoekt hij radeloos
naar verklaringen, ook in hun symbiotische relatie. ‘Waren
we te innig verklonken, waardoor zelfs onze stemmingen op elkaar gingen lijken
en wij elkaar omlaag trokken, de onderwereld in?’
Een verhaal dat je niet opzij kunt leggen voor de laatste bladzijde gelezen is
Palmen biedt
een aparte, boeiende inkijk in de liefdeshistorie van twee van de grootste
dichters van de 20ste eeuw, maar je kan de roman evengoed lezen als een
universeel verhaal - als de hartstochtelijke, noodlottige geschiedenis van een
huwelijk tussen twee geestverwanten. De schrijfster wekt veel mededogen op voor
Hughes, wiens leven beheerst zal worden door de dood van zijn ‘bruid’. Ze neemt
je mee van top naar dal, van vonken naar tranen, zonder ooit in de valkuil van
het sentiment weg te glijden.
Intieme vriend
Familie, vrienden
en kennissen vinden algauw dat Hughes zich door Plath laat manipuleren, dat hij
zich te beschermend opstelt en de grillen van zijn vrouw maar steeds goedpraat.
Hij verdedigt haar en blijft loyaal.
Ondanks alle moeilijkheden zal ze een
grote steun voor hem blijven. Zij is het die onvermoeibaar zijn gedichten
uittikt en opstuurt naar uitgeverijen, en wanneer hij met zijn debuutbundel lovende
recensies oogst, kan haar vreugde niet op. Wanhopig moet ze aanzien hoe haar
carrière stagneert. Ze zoekt vervulling in het moederschap - tevergeefs.
Hughes
voelt zich langzamerhand verstikken in het huwelijk en laat de vos die hem al
jaren beloert toe in zijn leven. Pas als hij verliefd wordt op een ander en
vreemdgaat, slaagt Plath het genie dat in haar schuilt te bevrijden. De faam
zal pas volgen na haar dood.
Jij zegt het is een verhaal dat je niet opzij kan
leggen voor de laatste bladzijde gelezen is. Het vat je bij de strot en laat je
niet los - alsof je de hele nacht naar een bekentenis van een intieme vriend
hebt geluisterd en wankelend terugkeert naar je eigen (bleke) realiteit,
dronken, niet van de alcohol, maar van de heftige emotionele reis die je hebt
gemaakt.
Jij zegt het, Connie Palmen. Prometheus, 240 p. Deze recensie verscheen op 2 september in De Morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten