Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

woensdag 18 november 2015

De immune mens

Een protagonist neerzetten die de antipathie zelve is? Wytske Versteeg excelleert hierin in haar derde roman, Quarantaine, een benauwend verhaal over een man en een land in vrije val.

Wie aan Quarantaine begint, zal meteen weten dat Wytske Versteeg (°1983) zich door de actualiteit liet begeesteren. De jonge schrijfster heft de roman als volgt aan:
« De ziekte kwam toen niemand er meer op gerekend had. (…) Natuurlijk hadden we ervan gehoord, al eerder, maar uitsluitend als iets wat zich ver weg afspeelde. Het viel geen nieuws te noemen toen de ziekte zich verspreidde, gestaag de grenzen over kroop van landen die altijd problemen hadden. We zagen de beelden elke avond, met steeds een groter stukje van de kaart gekleurd, dat was niet meer dan te verwachten. Onze angst bewaarden we voor andere zaken; we dachten veel aan terrorisme, vliegtuigrampen, af en toe aan het klimaat. Nog altijd bevond de ziekte zich op een ander continent, totdat dat plotseling niet meer zo was. Toen pas begon de paniek. »
Ongenaakbaar

Versteeg verwijst natuurlijk naar de recente uitbraak van ebola in Afrika. In de roman borduurt ze verder op wat had kunnen gebeuren als de virusziekte Nederland in de greep had gekregen. De man die in Quarantaine het woord voert, heet Tomas Augustus en is een gerenommeerd plastisch chirurg met een bloeiende privépraktijk. Terwijl de ziekte een spoor van dood en verderf door Nederland trekt en de mensen rond Tomas als vliegen vallen, lijkt hij er bizar genoeg immuun voor.
Ademloos en met een ongemakkelijk gevoel lees je verder
Ongenaakbaar is hij sowieso, althans toch in zijn huwelijk en zijn sociaal leven. Voor zijn vrouw – die in zijn ogen “ongeveer even opwindend als een lekke meelzak” is –  voelt hij slechts verachting en aan de patiëntes met wie hij affaires heeft ergert hij zich zodra ze gevoelens tonen.
Alles verandert weliswaar als Tomas op een receptie tegen de jonge, sensuele Maria op botst en tot zijn eigen verbazing halsoverkop verliefd wordt. Ze stelt Tomas voor een aartsmoeilijke keuze. Hij moet onder ogen zien dat zijn leven gebaseerd is op een leugen. Kan hij het zorgvuldig geconstrueerde bedrog in stand houden als hij Maria voor zich wil winnen?
  
Quarantaine overvalt je als een vloedgolf en sleurt je mee om je pas uren later, als de laatste zin is gelezen, op het strand van je eigen leven terug te werpen. Stilistisch alleen al is de roman een plezier. Wytske Versteeg, die in 2014 de BNG Literatuurprijs kreeg voor haar tweede titel Boy, schrijft in een heldere, beeldrijke taal en laat haar zinnen fraai meanderen en rollen. Ze houdt de spanningsboog strak aan en heeft talloze verrassingselementen voor de lezer in petto. Ademloos en met een ongemakkelijk gevoel lees je verder, want de benauwenis dampt werkelijk van de bladzijden af.

Apocalyps

Versteeg schetst een apocalyptische wereld. Huizen staan leeg, straten liggen er verlaten bij, voedingswaren rotten in geplunderde supermarkten, en internet en telefoon werken allang niet meer. Haar protagonist past perfect in die funeste sfeer.  Tomas Augustus is de antipathie zelve; je wil eenvoudigweg niet geloven dat iemand zo harteloos, cynisch en egocentrisch in het echte leven kan bestaan. Alleen Cupido kan het harnas van ijs dat hij draagt smelten en hem humaan laten worden – en tegelijkertijd ook vatbaar voor desillusies en verdriet. Tegen dan is zijn kille karakter echter zo in je hoofd en hart gekropen dat je moeite moet opbrengen om de ommezwaai aan te nemen.

Quarantaine, Wytske Versteeg. Prometheus, 168 p. Deze recensie verscheen op 10 november in De Morgen.

Geen opmerkingen: