Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 4 april 2011

Eigenlijk



Ik lag al een half uur in bed, moe en met een gevulde maag, toen ik plots zin kreeg in gekookte eieren. Dat was de schuld van Alberto Moravia. Ik las Retour à la mer uit de bundel Histoires d'amour, veertien verhalen die Moravia schreef tussen 1938 en 1951. Het hoofdpersonage van dit verhaal is Lorenzo, in een recent verleden een rijk en succesvol politicus maar nu arm en werkloos. Hij gaat met zijn vrouw picknicken aan zee op een plek waar ze vroeger vaak zijn geweest. Tijdens die uitstap hoopt Lorenzo nieuw leven in zijn huwelijk te blazen. Trouwen was indertijd niet meer dan een logische stap in zijn carrièreplan, maar nu hij zijn titel en fortuin kwijt is, is hij razend verliefd geworden op zijn vrouw. Haar liefde lijkt ook verleden tijd. Ze doet bits en afstandelijk en scheept elke toenaderingsppoging af. Hoe minder hoop Lorenzo heeft, hoe groter zijn begeerte wordt.
Hij lokt zijn vrouw een pijnbos in met het voorwendsel dat het een goede picknickplek is. Na de maaltijd probeert hij haar te omhelzen, maar zij wijst hem af. Het loopt uit op een felle ruzie. Zij vertrekt met de auto, hij blijft achter.
Op blote voeten wandelt Lorenzo urenlang over het strand. Hij bekijkt zichzelf en zijn carrière door de ogen van zijn vrouw en snapt haar reactie. In een opwelling duikt hij in het water en laat zich verdrinken.

In Histoires d'amour is de liefde of de begeerte (sommige personages durven deze twee te verwarren) vooral een bron van eenzaamheid, misverstanden, ongeluk.
Het zijn geen verhalen waar je blij van wordt. Misschien daarom dat de picknickscène zo'n hevige reactie bij me uitlokte.
De vrouw van Lorenzo eet met tegenzin een klein broodje, maar hij heeft een niet te stillen honger. Na een eerste ei eet hij een tweede en een derde en dan aarzelt hij en eet nog een vierde, gretig bijtend in het rubberachtige wit, genietend van het verbrokkelen van de dooier tussen z'n tanden.

Toen ik bij die passage kwam, zat de kille sfeer van Retour à la mer allang onder mijn huid en de gulzigheid en het genot van Lorenzo kwamen als een behaaglijk vuurtje. De avond zelf ben ik niet opgestaan maar 's anderendaags heb ik twee gekookte eieren na elkaar gegeten. Ik had een derde uit de koelkast gehaald maar dat heb ik teruggelegd. Twee was per slot van rekening al uitzonderlijk voor mij. Eigenlijk eet ik niet graag eieren.

Histoires d'amour, Flammarion, 397 p.

1 opmerking:

't vliegend eiland zei

Dank je wel voor deze post, ik was Moravia wat uit het oog verloren.