Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 6 december 2010

Oerknal



Het gebeurde op de jaarlijkse sinterklaas shopping, onverwacht, in de eerste winkel waar ik binnenging. Tussen de ingang en het speelgoed moet je door de literatuur, wat in mijn geval op normale dagen een zeker risico inhoudt. Deze keer liep ik de rekken routineus af. Ik was voor de kinderen gekomen; een bepaalde roman zocht ik niet, al zou ik een boek van Ana María Matute misschien niet weigeren maar alleen als het plots voor mijn neus opdook.
Het is natuurlijk precies op die ogenblikken, de zeldzame momenten waarop je niets verwacht, niets wil en niets denkt, dat de dingen gebeuren.

De tafels recente literatuur had ik gedaan en nu bekeek ik het gewone aanbod in de rekken tegen de muur. Ik zat op mijn hurken voor de M. De Ma-auteurs lagen op de twee benedenplanken, een ligging die ongelukkig is voor wie het moet doen zonder illustere buren zoals Thomas Mann of Gabriel García Márquez.
De klap kwam vlak voor Mat. Het was een wit, banaal ruggetje. Zwarte letters, bovenaan het rode ovaal van Livre de Poche. Het boek heette Le Premier Amour, een titel die me niet bovenmatig zou aanspreken als hij niet van Sándor Márai was geweest, de auteur van wie ik dacht dat ik alle vertaalde boeken had gelezen en voor wie ik het ernstig overweeg Hongaars te leren.

Ik spiedde rechts en links en griste het boek dan van zijn plank, want er was maar één exemplaar. De roman was een stuk zwaarder en dus lijviger dan ik had verwacht. Na lezing van het achterplat moest ik me hard concentreren om niet te gaan juichen, op mijn handen te staan of heel luid te zingen. In mijn hand, geprijsd aan 6.95 euro, lag een oerknal.

Oerknal. Kiemcel. Het zijn de termen die De Standaard-recensent Mark Cloostermans hier gebruikt om een debuut aan te duiden van een getalenteerd auteur: “Onder de oppervlakte voel je het woelen van persoonlijke obsessies. Thema’s die de auteur later meesterlijk zal bespelen, worden voorzichtig aangeraakt. Vaak noemt men een debuut veelbelovend, maar het passende woord is meerbelovend: dit is geen werkje op zich, er zit meer in. Een debuut is een oerknal; daarna deint het universum uit. In De avonden zit het hele oeuvre van Gerard Reve, maar geconcentreerd en nog deels vormeloos.”

Le Premier Amour is de eerste roman van Sándor Márai, geschreven in 1928, toen hij achtentwintig was. Het verhaal speelt in 1912. De ik-verteller is een alleenstaande man van vierenvijftig jaar die als leraar Latijn werkt in een Hongaars provinciestadje en een saai, routineus leven leidt. Op vakantie begint hij een dagboek te schrijven. Het is zomer en hij spendeert een maand in Virágfüred, een mistroostig kuuroord. Achtentwintig jaar voordien, toen hij pas als leraar zou beginnen en het leven nog voor hem openlag, betrok hij daar dezelfde kamer. Hij heeft het dagboek mee dat hij toen heeft bijgehouden. Sindsdien is hij nooit meer op verlof geweest.
In Virágfüred is weinig te doen en het eten is slecht. Uit verveling leest de leraar zijn oude dagboeknotities en begint hij te schrijven. Tot hij op een dag in het restaurant wordt aangeklampt door een man die ook alleen is gekomen, Ágoston Timár. Hij spreekt de leraar op een openlijke manier aan over zijn gedrag. De leraar is gechoqueerd en tegelijkertijd nieuwsgierig. Hij voelt aan dat deze man de vinger legt op iets wat hij van zichzelf niet weet.
Op de avond voor zijn vertrek zoekt hij hem op en ontboezemt hij zich. Hij spreekt uren aan een stuk, over zijn kindertijd, zijn studies, hoe hij bijna getrouwd was, zijn jaren als leraar, het bedrag op zijn spaarrekening. Ágoston Timár vertelt hem daarna hoe één gebeurtenis lang geleden z’n eigen toekomst verbrijzeld heeft, hoe hij bang is geworden van de liefde, de enige zin van het bestaan.

Het gesprek zet het leven van de leraar op een ander spoor. Hij keert terug naar zijn stad. Het schooljaar begint opnieuw en voor de eerste keer in zijn carrière krijgt hij een klas laatstejaars, een gemengde klas bovendien. En jawel, voor de eerste maal in zijn leven wordt hij, zonder dat hij dat zelf beseft, verliefd, een liefde die hem overvalt en tot waanzin drijft.
De omslag in het personage komt heel subtiel naar voren. Sándor Márai geeft in dit debuut al blijk van een groot psychologisch inzicht en een perfect aanvoelen van wat wel en niet mag worden gezegd. De lezer tast mee met de ik-verteller en weet veel sneller wat aan de hand is, zonder dat het ooit wordt benoemd.
In deze eerste roman zitten alle thema’s besloten die Sándor Márai lief zijn: een ontmoeting die een keerpunt vormt, een verboden liefde die passioneel oplaait, een zoektocht in de krochten van de menselijke ziel, de vraag naar de zin van het leven.

Le Premier Amour is een magistrale oerknal.

2 opmerkingen:

BoboDeBoze zei

Ik had vooraf kunnen weten dat ik deze post niet had mogen lezen. Kan ik weeral op zoektocht :-( Merci voor de tip!

Petra :- zei

Idem hier! Ojee, vind ik dat nog vooraleer de kerstvakantie ons wat lees-tijd gunt??? Petra