pas·ti·che [pastiesj(e)] de; m -s werkstuk in nabootsende stijl
Het journaal van zes uur is de aftrap die de avond in beweging brengt. Dat geldt ook voor deze avond.
Lucien Vosgien heeft geluisterd tot na de presentatie van de koppen: Recordaantal sneeuwdagen in 2010, Agenten eisen 10.000 euro van staat, Kindle meest verkochte item op Amazon. Nu hoort hij de stem van de nieuwslezer niet meer. Zijn oor is afgesteld op een andere frequentie. Dat heeft zo zijn redenen.
Met visite moet je oppassen. Voor je het weet gluren ze door het keukenraam en gaat je reputatie eraan. Het zal hem niet gebeuren.
Lucien Vosgien stiefelt naar de ijskast. Op de deur hangt een foto van een jonge vrouw in een witte schort. Ze draagt een dienblad met champagne en lacht naar de camera. Telkens Lucien Vosgien de ijskast opent, wat gemiddeld zeven keer op een dag gebeurt, kijkt hij naar de foto. Hij herinnert zich hoe ze de ijskast samen hebben gekocht. Zij drong aan om een model te nemen met ingebouwde diepvriezer. Drie lades. Hij zucht en krabt aan zijn rechterwijsvinger. Het litteken jeukt.
Sinds de top van zijn vinger ontbreekt, is zijn rechterhand niet meer wat het was. Sedertdien is zelfs iets eenvoudigs zoals ui fijnhakken een beproeving. Lucien Vosgien heeft in zijn leven veel groente gesneden. Ui, paprika, komkommer, courgette, aubergine, en later ook vreemdsoortige groente zoals ramenas, topinamboer, Chinese kool. Zijn talent uitte zich vroeg. Had hij tijdens zijn opleiding in de koksschool niet de prijs gekregen voor de snelste en meest secure tomatensnijder?
Een koud wolkje ontsnapt als Lucien Vosgien de deur van de diepvriezer opent. Hij hurkt neer. De onderste lade knelt. Hij duwt de botte top van zijn wijsvinger tegen het plastic. Koude verlicht. Hij sneed hem net na het kootje. Zelfs in zijn eigen restaurant sneed Lucien Vosgien een halfuur per dag groente. Zij verliet de zaal en keek over zijn schouder toe. Dag na dag, ze kreeg er niet genoeg van. Hij wuifde haar complimenten weg. Contact houden met de basis, noemde hij het, anders stijgt zo'n ster je naar het hoofd. Hij had het genoeg gezien bij collega's. Maar het restaurant is verleden tijd, en zij ook. Op een dag was ze niet gekomen. Hij vond haar in de zaal op de grond tussen tafels 5 en 11. Haar ogen even koud als die van de vissen die hij op maandag en donderdag in de mijn in Oostende kocht. Een week na de begrafenis had hij bij het groente snijden zijn wijsvinger verwond. Voor hij het wist was hij gepensioneerd en had de souschef het restaurant gekocht.
'We behouden de jaarlijkse sluiting,' had de souschef gezegd. 'Tussen kerst en nieuw gaan we dicht. Op oudejaar komen we je bezoeken, beloofd, de voltallige ploeg. Dan ben jij de sterchef. Je hebt een heel jaar om na te denken over je menu.'
Vorig jaar was het bijna te laat geweest. Plots hoorde hij geklop op het raam. De dozen lagen nog op tafel. Het mocht een wonder heten dat niemand ze had gezien. Hij had zich voorgenomen gordijnen te plaatsen. Het was niet gebeurd. Het zou niet gebeuren. Niet nu zij er niet meer was.
Lucien Vosgien trekt met zijn twee handen aan de lade. Het ijs kraakt, dan komt de lade in één beweging mee. De inhoud legt hij onmiddellijk in de gootsteen. Voor het geval dat. Hij staat stil en luistert aandachtig. Geen auto, geen voetstappen. Hij stopt de lege lade terug en sluit de diepvriezer. In de gootsteen opent hij de verpakkingen en hevelt de inhoud over in vuurvaste schotels. De verpakkingen duwt hij diep in de afvalemmer. Hij bedekt ze met een krant. Hij knipoogt naar de foto op de ijskast.
Fribona kant-en-klaar diepvriesvoeding, haar lievelingskost.
woensdag 29 december 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
10 opmerkingen:
Maartje Wortel?
De koelkast doet aan het laatste boek van Yves Petry denken. De moordende kok aan een Zuid-Koreaans boek, genaamd 'Tong'. En op de een of andere manier zag ik er ook een beetje 'De meester' van Bart Koubaa in.
Maar ik denk dat ze het toch allemaal niet zijn. En die titel dan... hmmm.
We zijn in het goede taalgebied, maar de naam van de auteur is nog niet gevallen. De eerste zin is belangrijk.
In de naam Lucien Vosgien zit natuurlijk Luc De Vos...
Dat is toevallig, al is de naam belangrijk. Het hoofdpersonage dat we zoeken heeft namelijk ook een deel van een gebergte in zijn familienaam.
Het boekje waarop dit stuk is gebaseerd, is vorig jaar op beperkte oplage verschenen als een soort kerstgeschenk van de uitgeverij. De auteur woont in Amsterdam, en heeft iets met een waterval.
Ivo Victoria.
Jan klinkt overtuigd, maar zou het wel? Welke titel zoeken we en hoe heet het hoofdpersonage?
K.
Ik confirmeer, het was Ivo Victoria. Goed gedaan, Jan. Morgen meer over Urbain Alpain.
Een reactie posten