Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 20 december 2010

Hartpijn



De bomensnoeier kwam een bestek maken voor de snoeiwerken van de eik die zoveel schaduw geeft dat de zonnepanelen niets produceren.
'Ik herkende het huis aan de boom,' zei hij. 'Hij is magnifiek.'
'We hadden gedacht dat vijf meter snoeien voldoende zou zijn,' zei mijn man.
De bomensnoeier kruiste zijn armen en nam de boom in zich op. 'Hij is veruit de oudste van de buurt.'
'Hoe oud zou hij zijn?' vroeg ik.
Hij liep naar de boom en legde zijn hand op de schors. 'Hij was hier lang voor mensen in deze buurt kwamen wonen.... Z'n precieze leeftijd is moeilijk te zeggen, maar hij moet minstens tweehonderd jaar zijn. Zie je die eerste zijtakken? Die worden zo breed als stammen. Daaraan kan je zien dat hij nog niet is volgroeid.'

We keken alle drie omhoog, hoe de takken boven ons uitwaaierden in een vorstelijke kruin. Ik herinnerde me een radio-interview met Liliana Lazar, de auteur van Terre des affranchis . Ze vertelde hoe ze opgroeide in een afgelegen streek in Moldavië, Slobozia, een klein dorp aan de rand van een woud. Haar vader was boswachter. Terre des affranchis speelt zich af in haar geboortedorp. In de roman, stelde ze, zijn de bomen meer dan gewoon een decor. De natuur, het bos, de bomen vormen de personages, zoals het ook echt was in Slobozia.
Terre des affranchis is het verhaal van Victor Luca, die ondergedoken leeft bij zijn moeder in de dichte bossen van Moldavië waar legendes en bijgeloof leven. Hij kopieert religieuze teksten die verboden zijn onder het regime van Ceauscescu. Maar waarom schrijft hij? Om de geur te vergeten van de dode lichamen van jonge meisjes? Om de eenzaamheid te verdrijven? In afwachting van de nacht en de lokroep van het immense, mysterieuze woud vlakbij?
Het boek, besloot de interviewer, is zowel een thriller als een sprookje en een prachtige ode aan de almacht van de natuur.

Hier dacht ik aan terwijl ik onder de eik stond en zijn takken bewonderde die als armen naar de hemel reikten.
'Vijf meter dus?' vroeg de bomensnoeier.
'Zoiets,' zei mijn man.
De bomensnoeier trok een pijnlijk gezicht. 'Als ik mag eerlijk zijn... het zou nefast zijn voor de boom.'
'We dachten dat het hem goed zou doen,' zei mijn man.
'Snoeien doet zo'n eik nooit goed. Het heeft ook weinig zin. Er zouden volop nieuwe takken schieten en dan moet ik binnen twee jaar terugkomen. De dode takken in de kruin wegsnijden kan wel. Als het aan mij ligt zou ik verder niets doen, maar het is jullie beslissing natuurlijk.'
Mijn man en ik keken elkaar aan.
'Als de bladeren gevallen zijn, zal de zon erdoor schijnen,' zei de bomensnoeier. 'Dan liggen de panelen niet meer in de schaduw.'
'Vorig jaar zijn ze begin december gevallen,' zei ik. 'Allemaal op één week.'
'Dat is bijna,' zei de bomensnoeier.
'Misschien wachten we beter af,' zei mijn man.
De bomensnoeier lachte opgelucht. 'Zo'n boom snoeien geeft me hartpijn. Meestal staan de klanten erop dat ik het toch doe. Dan vraag ik me af waarom ik dit beroep blijf doen.'

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Dag Annick!!!!
Je verhalen meepikken lukt jammer genoeg niet steeds, maar als het er wel van komt, zorg je telkens opnieuw voor een heerlijk wegdroommoment.
Deze keer vind ik jouw omkaderende verhaal beklijvender dan het kernverhaal... Wow!
Ciaoooo
Mie

Annick Vandorpe zei

Dank je Mie! Het respect dat de bomensnoeier voor de eik had was heel mooi om zien. Later mag ie een boomhut komen bouwen. Soms pleit het voor je tegen je belangen in te spreken.