In Yucca laat Peter Terrin personages uit
zijn eerdere romans Post mortem en Blanco samenkomen. De bevreemdende,
dreigende sfeer suggereert een geweldige apotheose.
Wie het werk van Peter Terrin heeft gelezen, zal Viktor
en Renée, de protagonisten van Yucca, meteen herkennen. Renée was de
sleutelfiguur van Post mortem (2012),
waar Terrin de AKO Literatuurprijs voor kreeg. In die roman is ze vier jaar en
krijgt ze een herseninfarct. De verteller, haar vader, is een soort alter ego
van Terrin: het verhaal is gebaseerd op het herseninfarct van Terrins eigen
dochtertje. Viktor komt dan weer uit de vroege roman Blanco (2003). We leren
hem daar kennen als een wetenschapper die na de brutale moord op zijn vrouw ontspoort
en een paranoïde vader wordt, met fatale gevolgen voor zijn zoontje Igor.
Yucca is opgesplitst in
tien delen waarin we afwisselend Renée en Viktor volgen. Viktor heeft elf jaar
gezeten voor doodslag en wordt uit de gevangenis ontslagen. In het gebouw waar
hij een studio betrekt, leert hij een oude man uit het misdaadmilieu kennen, de
Gier, die zich over hem bekommert. De Gier geeft hem kleren die toebehoorden
aan zijn partner die in mysterieuze omstandigheden gestorven is. Viktor krijgt
meteen ook een baan. De chauffeur van de Gier, Claude, brengt hem elke dag in een
Jaguar naar Yucca, een bedrijf dat kant-en-klaar maaltijden bereidt en
rondbrengt. Zijn collega Lisa geeft instructies omtrent zijn taak:“Weet je, kijk gewoon uit je doppen, dat
doe ik ook. En als Claude iets vraagt, dan luister je aandachtig en probeer je
zo goed mogelijk te antwoorden. Meer kun je niet doen. Trouwens, meer
verwachten ze niet.”
De verhaallijn omtrent Renée speelt
jaren later, in 2035. Renée is negenentwintig en een gevierd, schatrijk
kunstenares. Ze woont in een kasteel met haar zoontje Willem en een ploeg
personeel. Aan haar herseninfarct heeft ze een lichte motorische beperking
overgehouden. Haar leven wordt nu om andere redenen bedreigd, en omdat ze
vreest dat ze jong zal sterven, schrijft ze haar verhaal neer voor haar
zoontje.
Terwijl Viktor dieper wegzakt in de donkere wateren van
Yucca, gaat het licht schijnen over de achtergrond van Renée: haar ziekte, het
verlies van haar ouders toen ze nog kind was, haar grootvader en zijn link met
de bloederige aanslagen van de Bende, de eerste stappen die ze zette in de
kunstwereld en haar groeiende faam.
Terrin is een auteur die zijn lezers niet onderschat. Hij
schrijft suggestief, laat het verhaal baden in geheimzinnigheid en doet beroep
op onze verbeeldingskracht. De bevreemdende sfeer kruipt onder de huid, maar de
personages blijven ver van ons af staan. Viktor en Renée zijn zonderlinge
eenzaten die nooit helemaal echt worden.
Vraagtekens
Secuur bouwt Terrin een sfeer van dreiging op.
Aanvankelijk werkt dat de spanning in de hand. Een clown die met zijn
onverwachte, kille verschijning iedereen de stuipen op het lijf jaagt, de
referenties naar de aanslagen van Bende, de doodsbedreigingen die Renée krijgt,
de raadselachtige sfeer rond de Gier … het zijn stuk voor stuk donderwolkjes
die aan de horizon verschijnen en die je met een ongemakkelijk gevoel opzadelen.
Viktor en Renée kruisen elkaar en later betreden ze elkaars leefwereld. Terrin
suggereert een sterke samenhang en laat een geweldige apotheose vermoeden, maar
gaandeweg stapelen zich de vaagheden en vraagtekens zich steeds hoger op.
In de slotscène beschrijft Terrin hoe de zon opgaat en de
horizon paars en roze en oranje kleurt. De hemel boven zijn personages is
sereen, maar wij blijven achter met de hunkering naar een grandioos, verlossend
onweer.
Yucca, Peter Terrin. De Bezige Bij, 392 p. Deze recensie verscheen op 21 september in De Morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten