Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

maandag 25 april 2016

Er rust een vloek op de omgeving

De jonge Argentijnse schrijfster Samanta Schweblin (°1978) zette zich op de literaire kaart met haar prachtige korte verhalen. Ook haar eerste roman is van een zeldzaam niveau.

Een van de meest veelbelovende stemmen van de huidige generatie Spaanstalige auteurs, noemt Mario Vargas Llosa haar. Samanta Schweblin (°1978) debuteerde in 2002 met de verhalenbundel El núcleo del disturbio (De kern van de verstoring) en sleepte de twee grootste literaire prijzen van Argentinië in de wacht
Sindsdien valt elke titel die van haar verschijnt een juichende ontvangst te beurt. Met Gif, in 2015 verschenen als Distancia de rescate (wat letterlijk ‘afstand van redding’ betekent, vrij vertaald als ‘veilige afstand’), waagt de Argentijnse zich voor het eerst aan een roman of toch novelle. Het boekje is maar 112 bladzijden lang, maar meer heeft de schrijfster niet nodig om haar lezers te begeesteren.

Bevreemdend

Invloeden van Julio Cortázar, Jorge Luis Borges en Adolfo Bioy Casares klinken door in Gif. Net als haar voorgangers – en leermeesters – integreert  Schweblin fantastische elementen in haar schrijven, wat een bevreemdend effect heeft. Dat wordt nog versterkt door de bijzondere vorm van de roman. Schweblin heeft Gif opgebouwd als een dialoog tussen twee vertellers waarbinnen een derde verteller actief is. De snelle perspectiefwisselingen zorgen aanvankelijk voor verwarring, maar dat blijft niet duren. Schweblin schrijft zo goed dat we na enkele bladzijden moeiteloos tussen de innerlijke werelden van haar personages navigeren.

Het verhaal cirkelt rond twee jonge vrouwen, Amanda en Carla, en David, de zoon van Amanda. Amanda ligt in een ziekenpost op het platteland en wordt door David ondervraagd. Ze zal binnenkort sterven. Met zijn vragen wil David haar tot een levensbelangrijk inzicht brengen.
Schweblin schrijft zo goed dat we moeiteloos tussen de innerlijke werelden van haar personages navigeren
Enkele dagen tevoren is Amanda vanuit de stad overgekomen om met haar dochtertje Nina een vakantie door te brengen in een huis met zwembad. Het had een idyllisch verblijf moeten worden, maar in werkelijkheid is het tegendeel waar. Een vloek blijkt op de omgeving te rusten. In het dorp heeft Amanda Carla leren kennen, die haar een akelig verhaal heeft verteld. Amanda’s natuurlijke moederlijke bezorgdheid is er alleen groter door geworden. 
Voortdurend probeert ze dicht genoeg bij Nina te zijn om haar van mogelijke gevaren te kunnen redden. “Ik noem dat ‘veilige afstand’, want zo noem ik die veranderlijke afstand die me scheidt van mijn dochter, en ik ben de halve dag bezig die te berekenen, al neem ik altijd meer risico’s dan ik eigenlijk zou moeten doen.”
Kantelpunt
David vraagt Amanda zich gedetailleerd te herinneren wat ze in de afgelopen dagen ervaren heeft, met de bedoeling ‘het precieze punt te vinden waar de wormen ontstaan’. Wat dit concreet inhoudt, laat Schweblin aan ons over. 
Naargelang het verhaal vordert, wordt de sfeer beklemmender, en dringt het besef zich op dat de stiltes van de personages minstens even belangrijk zijn als wat daadwerkelijk wordt uitgesproken. Schweblin overhandigt het roer aan onze fantasie en laat ieder van ons toe om er zijn of haar eigen verhaal van te maken.  
Waarover gaat Gif? Een eenduidig antwoord is er niet. Het is evengoed een verhaal over de angst van een moeder om haar kind te verliezen als over de teloorgang van het platteland, over het kantelpunt in een leven waarop een catastrofe onafwendbaar wordt of over de angsten verbonden aan onze condition humaine – en dat zijn maar enkele van de mogelijke antwoorden. De Nederlandse titel is achteraf gezien erg goed gekozen. Wie Schweblin in het bloed heeft, wil meer.
Gif, Samanta Schweblin. Vertaling: Mia Buursma. Atlas Contact, 112 p.
Deze recensie verscheen op 9 maart in De Morgen.


Geen opmerkingen: