Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)
Posts tonen met het label Tania Heimans. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Tania Heimans. Alle posts tonen

woensdag 9 november 2011

Voorval met Koeznetsov (Tania Heimans)

pas·ti·che [pastiesj(e)] de; m -s werkstuk in nabootsende stijl

Niet over de rijweg – zoals Pantelej Rysakov beweert – over het trottoir liep ik naar de levensmiddelenzaak voor worst. Rode worst waarvan je het vel met één haal los kunt trekken. Nog voor ik voorbij het huis was waar de vrouw van de professor altijd als een uitgedroogde paardenvijg op de divan ligt, zag ik hem.
‘Burger Koeznetsov!’ brulde ik in opperbeste stemming. Het vooruitzicht van rode worst – mits deze niet naar kaas stinkt – brengt mij altijd in opperbeste stemming.
Zoals te verwachten was, ging Koeznetsov ervandoor onder het roepen van ‘O-ho-ho!’
‘Over de rijweg?’ zou Pantelej Rysakov vragen. Maar die vraag zou ik in geen geval beantwoorden. Zodra je Pantelej Rysakov aandacht geeft, zit je de hele dag, nee erger nog, je hele leven aan hem vast.
‘Burger Koeznetsov!’ Ik rende de goede man achterna. Als iedereen wilde ik de vijf bulten op zijn hoofd aanschouwen. Het hele land sprak over die vijf bulten, al waren de meesten vergeten dat het allemaal met meubelmakerslijm begonnen was.
Natuurlijk had ik beter moeten weten. Het is vrij zinloos iemand bij zijn naam te noemen als hij overduidelijk zijn geheugen kwijt is. Ik had net zo goed ‘Burger Petoechov!’ of ‘Burger Sapogov!’ kunnen roepen. Het had geen enkel verschil gemaakt. Stoppen zou hij niet. Daarom sloeg ik hem met zijn eigen meubel op het hoofd. Want dat heb ik nog niet verteld, maar ik herkende Koeznetsov niet aan zijn bulten. Nee, dat was onmogelijk geweest! De beste man droeg een hoed. Een vrouwenhoed met een opzichtige pauwenveer. Vraag me niet waarom. Misschien om zijn bulten onder te verbergen. Wie zal het zeggen? Ik herkende hem aan zijn houten krukje dat hij ongezien bij het vuil langs de straat had gezet. Met luid gekraak liet ik het op de schedel onder die afzichtelijke vrouwenhoed neerkomen.
‘O-ho-ho!’ jammerde Koeznetsov. Al zal dit verhaal leren dat het burger Koeznetsov niet eens was. Het was zelfs geen man. ‘O-ho-ho!’ Erg uitgebreid was haar vocabulaire niet, dat is het enige wat ik over deze vrouwspersoon kan zeggen.
Op dat moment kwam Pantelej Rysakov eraan. Negeren was onmogelijk; hij zwaaide met een rode worst die volgens hem maar drie roebel had gekost. Maar als je goed keek, zag je dat de ratten het vel eraf hadden geknaagd, zodat het alle opwinding niet waard was. En zonder hem te groeten vervolgde ik mijn weg over het trottoir.

Tania Heimans (°1969) geeft schrijfcursussen en lezingen. Met haar debuut, Hemelsleutels (Artemis & co), werd ze tweede bij de Academica Debutantenprijs 2009. Haar derde roman - De uitzonderlijke gave van William Praise - verschijnt in april 2012. Wie raadt wie de gepasticheerde auteur is, krijgt rond die tijd een exemplaar thuisgestuurd.