Niet de schrijver, de lezer moet fantasie hebben.
(Harry Mulisch)

donderdag 28 augustus 2014

Wreedheid toont haar menselijke kantje

De Uruguayaans-Nederlandse schrijfster Carolina Trujillo ontkent haar zelfdestructieve neigingen niet. Uit notities die ze schreef tijdens een van haar donkerste perioden puurt ze een ode aan de “daler”. 

Carolina Trujillo (°1970) kreeg het idee voor De zangbreker toen ze in 2003 door Colombia trok en daar rugzakreizigers ontmoette voor wie alleen drugs en hoeren nog telden. Toen ze zag hoe ze zich naar de ondergang hielpen, kwam het bij haar op dat de wereld onderverdeeld was in “stijgers” en “dalers”. Terwijl stijgers aan hun geluk timmeren en de toekomst vertrouwensvol tegemoet zien, hebben dalers zelfdestructieve neigingen. Wat ze opbouwen maken ze weer kapot. 
In die periode was Trujillo naar eigen zeggen zelf een goede daler. Tijdens haar reis – die uiteindelijk drie jaar duurde en ook naar Peru en Uruguay leidde – leefde ze in een roes van schrijven en coke, tot ze met een hersenbloeding in de kliniek belandde en in allerijl naar Nederland werd overgebracht, een rugzak van zestig liter propvol notities in het kielzog. Uit haar aantekeningen puurde ze de roman De terugkeer van Lupe Garcia (die in 2009 de shortlist van de AKO Literatuurprijs haalde) en nu ook De zangbreker

Het hoofdpersonage, Tony, “zit in dalers”, wat betekent dat hij mensen die van nature uit destructief zijn een duwtje in de rug geeft. Hij werkt voor een wereldwijde organisatie en moet elk jaar bepaalde quota halen. Zijn job bestaat erin te claimen (een klant kiezen), te dalen (diens ondergang bespoedigen) en te cashen (een dode bijschrijven op zijn cv). Soms neemt hij een loopje met die regels. Aan bergbeklimmers bijvoorbeeld kan hij niet weerstaan. Als hij er een hoog tegen een rotsflank ziet hangen, moet hij zijn touwen doorsnijden, ook als het geen klant is. 
Tony’s klanten weten niets van zijn bestaan af. Hij gedraagt zich als een mens, maar is onzichtbaar. Wat hij precies is – een spook, een engel van de dood of nog iets anders? – laat Trujillo aan onze verbeelding over.

Kille sfeer 

De zangbreker leest als een terugblik van Tony op z’n carrière, vanaf het ogenblik dat er iets mis begon te lopen. Na een beroepsfout moet Tony naar Montevideo verhuizen. Hij leert de Mus kennen, een bergbeklimmer die zijn bijnaam dankt aan zijn talent om in barre omstandigheden te overleven. Tony vergezelt hem op een noodlottige klimpartij van de Aconcagua. Nadat de Mus daar is doodgevroren, blijft Tony zijn gezin bezoeken. De jaren verstrijken. Hij volgt de kinderen van nabij en het ongehoorde gebeurt: hij hecht zich aan een van hen. 

Trujillo’s geboortestad Montevideo vervult slechts een decorfunctie. De sfeer en de eigenheden van de stad komen nauwelijks aan bod. Een kille sfeer dampt van de bladzijden af. Trujillo duwt haar personages in de ellende en schuwt het sarcasme niet. De parallelle wereld waarin Tony en zijn collega’s leven is surreëel maar in z’n wreedheid ook angstwekkend menselijk. Sommigen zullen De zangbreker verslavend vinden, anderen zullen opgelucht de laatste bladzijde omslaan. 

De zangbreker, Carolina Trujillo. Querido, 372 p.
Deze recensie verscheen op 20 augustus in De Morgen.